Waarom we geen Tiny House bouwen

Ja, waarom geen tiny house? We willen simpel, klein en groen, dus dat past er allemaal in. Als dingen anders waren gelopen, hadden we misschien een tiny house gebouwd. Of wie weet gaan we dat ooit nog doen. Maar simpel, klein en groen kan op veel manieren. In een flatje aan de rand van de stad, in een camper, op de fiets of in een compact huis, zoals dat van ons.

We vonden een mooie plek en vervolgens bepaalden de grootte van het kavel, de eisen van de gemeente en de bouwkosten de afmetingen en vorm van het huis. De locatie was dus leidend en het ontwerp volgde. En eigenlijk vinden we het perfect zoals het nu is. Het huis wordt 65 m2 en daar past alles wat we willen in.

Onze belangrijkste conclusie in onze huizenzoektocht was dat de vierkante meters helemaal niet zo belangrijk zijn. Het gaat erom wat je er mee doet en we kunnen genoeg toekomstscenario’s verzinnen – zoals een camping, boerderij of werkplaats – waarbij we veel grond en een grote schuur nodig hebben. Maar voor nu is dit genoeg. We hebben zelfs wat extra’s: de vide en de tuin.

De vide is een verdiepingsvloer die je via een trap in de woonkamer bereikt. Vanwege het schuine dak is het gebruiksoppervlak beperkt (zo’n 13 m2), maar het is wel een leuke ruimte. Op de rand komt een lang bureau van waar je naar beneden de woonkamer in kijkt. Daarachter een inbouwkast voor kleding en een bed. Erik had zo’n vide in zijn appartement in Delft, en dat was een soort knusse schuilplaats waar je naar de regen kon luisteren of ongestoord een boek kon lezen, maar toch meekreeg wat er in de woonkamer gebeurde.

Omdat we op de vide slapen hebben we de slaapkamer op de begane grond niet nodig. Met die ruimte kunnen we daarom alle kanten op.

Qua ontwerp en materialen halen we wel veel inspiratie uit de tiny house-wereld. Ook wij moeten creatief zijn met ruimte en de eisen aan duurzaamheid. Onze trap naar de bovenverdieping kon bijvoorbeeld alleen zo steil zijn omdat het in tiny houses al wordt toegepast en daarom in het bouwbesluit was opgenomen. En onze ideeën voor de technische installaties en gebruik van multiplex voor keuken en kasten komt ook daar vandaan.

Al bouwende zijn we om meerdere redenen blij dat we niet voor tiny gaan. Hieronder meer tekst en uitleg.

We zijn ondernemend maar niet zó ondernemend

Als je een tiny house-project begint moet je de hele tijd tegen de stroom inzwemmen. Er is maar een hele kleine groep mensen die daar echt werk van wil maken. Het ontwerpen en bouwen is niet zo moeilijk, er zijn genoeg inspirerende voorbeelden en ondernemers die je daar bij kunnen helpen. De uitdaging is al het gedoe er omheen: een plek vinden, aan regelgeving voldoen, meedraaien in een alternatieve gemeenschap. Wij hebben nu al het gevoel dat we op veel vlakken moeten pionieren omdat we klein en ecologisch bouwen. En dat is de moeite waard, maar ook vermoeiend. Een enigszins gewoon huis maken is op dit moment al uitdagend genoeg.

Tijdelijke plek

De meeste tiny houses staan op tijdelijke plekken. De gemeente stelt een stuk braakliggende grond beschikbaar en daar mag je een paar jaar staan tot het een nieuwe bestemming krijgt. Ik ben daar niet zo goed in. Ik zoek een basiskamp, een plek die rust geeft en waar ik altijd weer terug kan komen. Alleen dan lukt het me om avontuurlijk te zijn.

Je kunt in Nederland wel kavels kopen waar je tiny mag bouwen, maar om echt wat leuks te vinden moet je veel moeite doen. Wij hebben die moeite niet gedaan.

Romantiek vs. gedoe

Je had het misschien al geraden: ik houd van romantiek maar niet van teveel gedoe. Wonen in een tiny house heeft veel van beide, maar ik vind dat de balans daarbij net teveel doorslaat naar gedoe. Dat gedoe zit ‘m niet alleen in het vinden van de juiste plek, maar ook in het leven in zo’n klein huis. Het wordt snel rommelig, je moet continu spullen verplaatsen om ergens te kunnen zitten en als we met de fietsen of een creatief project bezig zijn, is het vol.

In pre-coronatijd was dat niet zo erg, maar nu we veel thuiswerken (en van plan zijn dat te blijven doen) vinden we het fijn om een aparte werkplek te hebben. In Schiedam hadden we maar één ruimte en zaten we noodgedwongen elke dag naast elkaar te (video)bellen. Ik kon wel werken, maar het was slecht voor onze concentratie en inspiratie.

Zelfvoorzienend

Ik sta helemaal achter de tiny house-filosofie van ontspullen, maar wil ook zelfvoorzienend leven. Die twee zijn soms tegenstrijdig. We dromen bijvoorbeeld van een grote voorraadkamer waarin we al onze ingemaakte groenten en gedroogde kruiden kwijt kunnen, van een werkplaats voor houtbewerking en om aan de fietsen te sleutelen, en een ruime keuken om alles wat uit de tuin en van de de boer komt te verwerken.

Ruim is daarbij voor ons dus relatief. We hebben geen landhuis nodig en ook niet voor elke hobby een aparte kamer, maar op minder dan 50 m2 zou het echt schipperen worden.

Gemeenschapsleven

Tiny houses staan vaak in clusters bij elkaar. Gebrek aan klusruimte en berging worden dan gezamenlijk opgelost door een gemeenschappelijke ruimte te bouwen en de buitenruimte te delen. Ik heb een paar tiny house-dorpen gezien waar ik met heel veel plezier zou wonen. Maar er zijn ook dorpen waar het ecohippiegevoel voor mij wat te hoog ligt en waar ik niet goed in zou passen. Ik denk al tien jaar na over hoe ik het juiste dorp ga vinden. Misschien is de tijd daarvoor gewoon nog niet rijp.

Duurzaamheid

Duurzaamheid kun je op twee manieren interpreteren: iets dat goed is voor het milieu of iets dat lang meegaat (ook vaak goed voor het milieu). We zouden het een uitdaging vinden om een constructief, isolatie- en installatietechnisch duurzaam tiny house te bouwen dat aan beide definities voldoet. Met ons kleine huis was het al passen en meten met wanddiktes en boilervaten.

Wat we nu vaak zien, is dat tiny houses matig geïsoleerd zijn (omdat dikke wanden veel ruimte innemen) en met goedkope materialen gebouwd worden. Ze zien er bij oplevering prachtig uit, maar ik twijfel of dat na twintig jaar nog zo is. Maar goed, daar moeten we met ons eigen huis ook nog achter komen. En misschien is het wel niet erg als een huis dat niet meer gebruikt wordt vanzelf vergaat. Zolang het met natuurlijke materialen is gebouwd, is dat ook wel weer mooi.

…of toch wel?

Een zeezeilboot zou ons ultieme tiny house zijn. Ook knus en avontuurlijk, een stuk makkelijker te verplaatsen en altijd in het grootste natuurgebied op aarde (de zee, FYI). In een ander land dan Nederland wordt het woonconcept ook al een stuk aantrekkelijker. De kans dat je daar een betaalbare plek in de natuur vindt en minimalistisch kunt leven is groter. Nederland is gewoon niet het ideale land voor… alles wat ruimte kost, hoe klein ook. Dus we zijn ontzettend blij dat we zo’n stukje ruimte wel hebben en daar iets moois op mogen zetten.

Hieronder in foto’s nog een snelle stand van zaken (de fundering wordt gelegd!) waarbij je een aardig beeld krijgt van het formaat. Er past in ieder geval geen graafmachine in de woonkamer.

2 reacties op “Waarom we geen Tiny House bouwen”

  1. Wat een mooi en interessant project. Ik weet niet wat de definitie is van tiny, maar dit heeft er toch veel van weg?! Ik vond tiny ook interessant en ontspullen. Maar ben toch blij met iets meer ruimte nu we allebei thuiswerken. Een correctie: je trap gaat naar de entresol. De vide ligt boven de woonkamer en is de ruimte die ontstaat doordat de vloer is weggelaten. Ons huis heeft ook een vide, waardoor alle kamers open met elkaar verbonden zijn. Niet ideaal met twee werkende mensen die de hele dag videobellen.

  2. […] En hier een blog over waarom het wel klein is, maar bewust geen tiny house: link […]

Ontdek meer van Dichter bij de grond

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder