Van Luxemburg Stad naar Aken over de Vennbahn

Tim wilde ook wel eens zo’n fietsvakantie proberen, want fietsen op zich daar had hij niets tegen, alleen kamperen leek hem ronduit vervelend. Dus had ik een héle grote tweepersoonstent gekocht (vond ik) en héle luxe opblaasbare kussens (vond ik), en een gemakkelijke route uitgezocht: de Vennbahn. Deze loopt van Troisvierges (Driemaagden?) in het noorden van Luxemburg naar Aken (125 km) over een oude spoorlijn, waardoor hij nergens meer dan 2% stijgt of daalt (was ons beloofd). Maar dat vond Tim wat te laf: we moesten wel een stukje Ardennen proeven. Omdat we Luxemburg Stad alweer twee jaar niet gezien hadden (wat best lang is want het is een mooie stad), besloten we daar te vertrekken en er een route van grofweg 300 km van te maken.

Luxemburg (het land én de stad) was een groot succes. Tenminste, na de onophoudelijke regen van de eerste dag waardoor de moed Tim al in de wandelschoenen (hij heeft geen fietsschoenen – ik trouwens ook niet) zonk. Gelukkig was het de enige serieuze regen in een week waarin verder iedereen behalve wij verzoop. Mooi meegenomen. Over nationale Luxemburgse fietsroutes was het redelijk makkelijk fietsen, maar af en toe een steile klim was onoverkomelijk. ‘Die Ardennen killen we wel effe’, veranderde al snel in: ‘fuck die fucking bergen.’ Nouja, acceptabel. Met zeven versnellingen (hij had er 23 beloofd) is het ook niet makkelijk.

Ondertussen ging het kamperen best aardig, maar hoe luxueus ook (in mijn ogen dus), Tim kon niet rechtop zitten in de tent, had ‘s nachts een bevroren neus van de kou en zere oren van het harde opblaaskussen, en vond het allemaal maar gedoe. Zijn uiteindelijke conclusie was: als het moet, kan ik best kamperen, maar ik vind het niet leuk. Dat ‘leuk’ relatief is, bleek uit het feit dat we best wat lol hadden. En ik heb Tim wel zien genieten, van mooie landschappen, imposante kerken, kastelen en pizza.

In het noorden van Luxemburg pakten we de Vennbahn op. In het begin zaten nog wat steile klimmetjes (10%), maar daarna ging het als een trein. Het werd toen we de Belgische grens overkwamen zelfs wat saai (no offence, België). Gelukkig kruist de route halverwege de Hoge Venen, waar de monotone hagen en begraste heuvels in moerasbos en heide veranderde. We kampeerden vlakbij het wonderschone Monschau, een stadje vol vakwerkhuizen dat ooit bloeide door de levendige lakenhandel. Een ander hoogtepunt waren de ruïnes van de oude spoorbruggen, nu met mos begroeid en door onkruid en kleine bomen overwoekerd.

Al na twee dagen fietsten we Aken binnen, en vanaf daar gingen we nog even door naar Vaals en Maastricht.

Had ik gehoopt dat Tim het helemaal fantastisch zou vinden? Ja, natuurlijk. Maar dat had ik niet verwacht, en daar ging het ook niet om. Ik vind het cool dat hij het probeerde en zich er nu iets bij voor kan stellen. En ik vind het cool dat hij iedere dag weer op de fiets stapte, met zadelpijn, spierpijn, koud en moe, en vastberaden verder ging.

Aanvullend
Een gratis overzichtskaart (1:100.000) van de Vennbahn kun je hier vinden. De route is perfect bewegwijzerd, dus meer dan deze kaart heb je niet nodig.

Voor verdere route-informatie en campings: forumtopic Wereldfietser

Ontdek meer van Dichter bij de grond

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder