Survivaltraining: eetbare planten

Het seizoen is nog niet begonnen of ik had alweer twee teken te pakken. Een week later werd ik ziek en zat ik tien dagen aan de antibiotica.

De teek floreert, vooral in het voorjaar, als hij dorstig op zoek naar vers bloed gaat. Binnen blijven is niet echt een optie. Ik had net Captain Fantastic gekeken, een film over een vader die zijn zes kinderen in de Canadese wildernis opvoedt met real life-skills en zware anti-kapitalistische filosofie. En dat leek me ook wel wat. Onderdeel van hun dagelijkse training was hardlopen, bergbeklimmen, eten verzamelen en craften. Dus ik ging weer vol enthousiasme op survivalcursus.

In het echt is het natuurlijk altijd een stuk minder heldhaftig. In plaats van door een idyllisch bos vol soeplesse achter een hert aan te sluipen, jaagde ik met mijn digitale camera op eetbare planten. In mijn rugzak zaten van die lekkere koekjes met fruitvulling die eigenlijk heel ongezond zijn. Maar in de Zuid-Hollandse duinen bleek al genoeg smakelijks te vinden. Brandnetels, zo uit het vuistje. Beetje kneuzen zodat de brandharen kapot gaan, en dan lekker op kauwen. Dit is geen grap, het is echt lekker. Net als kleefkruid, al plakt dat wel een beetje op de tong.

In bos en bermen groeit van alles dat bekend klinkt van de supermarkt: wilde rucola, veldsla, waterkers, kamperfoelie. Veel calorieën zitten er niet in, maar kookfanaten zijn gek op de sterke smaken van echt wild, en in overlevingssituaties krijg je toch een hoop vitaminen en mineralen binnen. Maar ik was vooral geïnteresseerd in eetbare wortels, bijvoorbeeld van de wilde hyacint of paardenbloem. Dat vult tenminste nog een beetje.

De meest bijzondere vondst was een plant die de laatste weken nogal wat aandacht in het nieuws kreeg: de Japanse duizendknoop. Die wil je eigenlijk nergens hebben, want hij woekert als een gek en groeit dwars door funderingen en asfalt. Als de Japanse Duizendknoop eenmaal voor je deur staat, kun je de overwaarde van je huis wel vergeten. Tenzij je hem metersdiep uitgraaft. Hij is wat dat betreft een beetje eng. Maar je kunt hem goed eten, rauw, gekookt of uit de oven. Smaakt een beetje als rabarber.

Dat ik door al dat struinen en plukken gastvrouw van de teek werd, lijkt juist deze plant te kunnen verzachten. Japanse Duizendknoop zou namelijk een natuurlijk geneesmiddel tegen Lyme zijn. Volgens sommige mensen is het dan ook niet voor niets dat hij zich verspreidt juist nu er steeds meer besmette teken zijn. Cynisme alom, vooral als je voor 50 gram duizendknoop-poeder 80 euro betaalt. Maar ook antibiotica helpen niet altijd bij Lyme, dus men probeert wat.

Je moet er wat voor over hebben om te leren leven. Die kindertjes in Captain Fantastic moeten al honderdduizend teken hebben gehad, maar die kregen natuurlijk geen Lyme. En anders hadden ze zeker geen antibiotica genomen. Of ze wisten dat van de Japanse Duizendknoop allang. Geniale film hoor, goeie inspiratie, maar de werkelijkheid blijkt altijd uitdagender.

Let op! Voor wie nu enthousiast Japanse Duizendknoop gaat plukken: laat geen losse stukken plant slingeren. Uit één kleine vezel die de grond raakt, kan een compleet nieuw bos groeien. Kook al het plantenafval stuk voor je het weggooit. 

Ontdek meer van Dichter bij de grond

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder