Noorwegen: winterse bootreis langs de kust

Het plan was om zo ver mogelijk naar het noorden te gaan, want dat leek me boeiend in de winter. De Harz en de Skaneleden waren een warming-up, om in de natuurstemming te komen. Maar nu begon de reis pas echt. Naast wandelen en fietsen heb ik nog een andere fascinatie: boten. En daarmee wilde ik richting de Noordkaap.

Noorwegen

In twee dagen treinde ik door Zweden via Göteborg naar Trondheim in Noorwegen. Dat zijn megaveel kilometers in een megakorte tijd als je hersenen nog in wandeltempo zitten.

Simpele ziel als ik ben had ik dagtreinen geboekt, want dan kon ik lekker uit het raam kijken. Maar tegen de tijd dat ik in de trein zat was het alweer donker, dus ik zat naar de weerspiegeling van mezelf te kijken. En daarin zie ik, for the time being, niet heel veel nieuws.

Het enige dat ik wel zag was sneeuw. Sneeuw! Op het moment dat ik dit schrijf kan ik me niet voorstellen dat er iets anders bestaat dan sneeuw. Maar in Trondheim was het de eerste keer sinds een jaar en ik voelde me als een lammetje in de voorjaarswei.

MS Lofoten

Hier ging ik aan boord van de MS Lofoten, een schip uit de Hurtigruten-vloot. Het is een gecombineerde cruise-, veer- en vrachtdienst die tussen Bergen en Kirkenes langs de Noorse fjorden op en neer pendelt. Aan boord kun je winen and dinen met de kapitein en vermaakt worden met excursies, maar je mag ook gewoon op het achterdek staan en om je heen kijken.

Het leuke van de MS Lofoten is dat ‘ie uit 1964 komt (net zo oud als mijn ouders, dus echt oud). Daardoor is het geen drijvend flatgebouw met bioscopen en jacuzzi’s. Het interieur is van hout, met kleine trappetjes, smalle gangetjes, allemaal heel onpraktisch, dus extreem romantisch. Dat trekt de wat sportievere mensen, blijkbaar, want iedereen zat te winen and dinen in zijn fleecetrui.

Poolcirkel

In de eerste nacht kruisten we de poolcirkel. Het was best suf. We voeren langs een wereldbol met een ijsbeer en er werd op de scheepshoorn geblazen. Maar het was donker, koud en de zee was bezaaid met plukken rots die op schijnbaar willekeurige plekken uit het water staken. Dus het voelde heel episch. Als je nog iets wilt doen voordat je doodgaat dan kan ik dit aanbevelen.

De kust werd eerst ruiger, met hoge pieken, uitgehold door het ijs. We staken over naar de Lofoten, voeren door smalle zeestraten langs steile wanden. En op een gegeven moment waren we voorbij de boomgrens en werd het een desolate bedoening. Maar er waren dorpen, vuurtorens, telefoonmasten, dus je kunt er leven, als je wilt.

Zwart-wit

Op de foto’s zie je dat het niet echt licht werd. Er was een paar uur schemer en dan leek het dag. Licht genoeg om het landschap te zien, maar de zon bleef onder de horizon.

Ik zat binnen te studeren (hindoefilosofie) of te schrijven. Als we aanmeerden, ging ik een stuk wandelen en noodles koken en de rest van de tijd stond ik in zes lagen kleding aan dek.

In het zwart-wit dreven we een poolwoestijn tegemoet. Zwarte bergen, witte sneeuw. Zwart water, witte golven. Zwarte nacht, witte sterren. Niet tegenover elkaar, als licht en donker, maar als een compleet landschap. En soms twee kleuren groen, van het kolkende ijswater en het noorderlicht. Iedereen heeft z’n expressie, ook de winter.

Noorderlicht

Ik vond het wel sfeervol, dat donker. Al op de eerste avond kregen we een noorderlichtmelding. Iedereen stoof naar buiten. Ik ook, natuurlijk, want het noorderlicht wil je niet missen. Maar ik sleepte overal mijn jas mee naartoe, want ik dacht, als dit schip opeens zinkt, dan wil ik mijn jas bij me hebben. De rest van de passagiers was niet zo risicobewust (of neurotisch), dus die stonden in hun fleecetrui aan dek. En dan was het teleurstellend, want de eerste dertig minuten gebeurde er niet zoveel.

In de verte zagen we een wazige groene band. Als ik in Schiedam op mijn balkon sta en richting het Westland kijk zie ik ongeveer hetzelfde. Dus ik ging een tijdje vallende sterren kijken, ook indrukwekkend, tot de groene waas begon te groeien. Ik wist niet dat het noorderlicht aangroeit, zich terugtrekt, weer aangroeit. Het is net het eb en vloed van de zee. Je moet een tijdje blijven staan om het hele spektakel mee te maken. Ik heb geen foto’s, want mijn camera kan zoveel natuurschoon niet verdragen.

De bergen in

Het voordeel van varen is dat je de zee voelt. Het nadeel van varen is dat je de bergen niet voelt, en dan lijkt het na verloop van tijd alsof je naar een tv kijkt en die bergen heel ver weg zijn. De drang om de sneeuw in te lopen werd groot.

Als we in een haven aanmeerden, probeerde ik de stad uit te komen, maar er was steeds te weinig tijd. Ik heb veel industrieterreinen gezien.

In Honningsvag, 35 km van de Noordkaap, kreeg ik eindelijk een kans. Terwijl iedereen op een excursie van drie uur naar de Noordkaap ging (+200 euro), pakte ik m’n GPS en m’n brander en ging de bergen in.

Het werkte meteen. De sneeuwvelden stoven om me heen terwijl de pieken erboven zwart kleurden omdat de zon die nooit op was gekomen alweer onder ging. Ik dronk thee met ijs en liep in mijn voetsporen, die ik in de schemer nog net kon zien, terug naar de boot.

Noordkaap

Na Honningsvag had de boot het noordelijkste punt bereikt en gingen we de Barentszzee op naar Kirkenes. Weg uit de beschutting van de fjorden, lekker deinen op de golven.

Veel mensen zullen het zonde vinden dat ik niet naar de Noordkaap ging. Maar het ging niet om het geld. Ik wilde de winter in het noorden beleven. Dat gaat het beste als je er middenin staat, dus niet in een bus of bezoekerscentrum zit. Ik ging liever wandelen.

En ik wil nog een keer naar de Noordkaap fietsen. Die droom had in één klap zijn magie verloren als ik me er nu naartoe had laten rijden. Dan zou ik waarschijnlijk geen zin meer hebben in die reis. Dat zou pas zonde zijn.

Winterdepressie

De sneeuw-en-boot-extase duurde vier lange nachten en korte dagen. Toen waren we al in Kirkenes. Het was veel te snel voorbij. Ik heb maar een beetje geproefd van wat er kan gebeuren als je door een ijszee vaart of de hele dag in het donker zit.

Maarja, er wel aan geproefd en een hoop inspiratie opgedaan. Ik wil meer en verder en langer. Ik krijg hier weer wat van m’n oude levendigheid en enthousiasme terug. Dat is best een tijd weggeweest. Het komt door de stilte, de vrijheid maar ook door de omgeving.

In dit gebied dendert het leven de hele tijd over je heen, moeilijk te negeren. Het is hier niet leeg en verlaten. Het is niet donker en kil. De natuur is keihard aan het overcompenseren voor het gebrek aan zonne-energie. En de winter zet alle neerslachtigheid met z’n dominante, betoverende aanwezigheid in de ijskast. Winterdepressie? Volgens mij had ik een gebrek-aan-winterdepressie.

Ontdek meer van Dichter bij de grond

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder