Thuiskomen na vier maanden winterreis

Vier maanden is kort. Het was zo voorbij. En toch zag de wereld er heel anders uit toen ik thuiskwam. Omdat ik dat in real life niet zo een, twee, drie onder woorden kan brengen, heb ik alvast de vragen beantwoord die iedereen straks gaat stellen:

1. Wat was het hoogtepunt?
Het bivakkeren in Pyhä bij -20. Het was te koud, maar de eerste paar uur zat ik lekker warm bij het vuur met uitzicht op een besneeuwd meertje. Het heeft iets diep mysterieus om in een donker bos bij je eigen vuur te zitten.

2. Was het wat je er van verwachtte?
Nee, niet echt. Ik dacht dat ik meer in de natuur zou zijn. In de praktijk viel dat tegen. Ik had niet overal de juiste spullen voor, had geen zin om alleen te gaan, was te moe… Ik had ook verwacht dat ik het geen vier maanden uit zou houden in de kou, maar het bleef leuk. En ik had verwacht dat ik meer behoefte aan andere mensen had, maar ik ben het grootste gedeelte van de tijd alleen geweest.
Ik had niet verwacht dat ik Tim op zou zoeken in Vaasa. Ik dacht dat ik de relatie met Tim nooit zou verwerken. Op reis hoopte ik inspiratie te vinden om mijn leven anders in te richten, zodat ik ondanks het verdriet weer gelukkig zou zijn. Ik dacht aan grootse veranderingen, zoals mijn huis verkopen en langere reizen maken. Daarom zei ik thuis dat ik Tim niet op zou gaan zoeken – ik moest alleen verdergaan. Op reis klopte dat niet meer. Ik had drie maanden rondgereisd en het lukte me niet om het in mijn eentje een plek te geven. Ik was elke dag aan het malen: wie is hij nu? Wie zijn wij nu? Waarom kunnen we elkaar niet loslaten?
Drie weken voor ik naar huis ging, ontmoetten we elkaar. Het was een gek weerzien. Het is iedere keer vertrouwd en onwennig. We aten vis en vlees en chocola in een restaurant. We praatten over vroeger en nu en straks. We huilden en lachten wat. Rond sluitingstijd leken we nog niet echt uitgepraat en het was te koud om buiten te blijven staan. Maar toen ik terug was in het hotel dacht ik: dat moeten we niet meer doen. Het drong tot me door dat we elkaar nooit gaan begrijpen. Er zijn dingen waar we niet over kunnen praten, hoe hard we ook ons best doen. We kunnen niet meer samen zijn. Het verhaal is af.
Daarna was ik een week intens verdrietig en boos. Bovenop dat verdriet kwam ook het verdriet om Jasper. Nog een relatie die niet kan werken, omdat het niet past, hoe graag ik het ook wil. Maar ik was niet somber of in de war, helemaal niet. Ik wist dat dit nodig was en dat ik me na een paar dagen weer beter zou voelen. Daarna was ik voor het eerst sinds tijden weer gelukkig omdat ik met mijn eigen leven verder kan.
Achteraf draaide een groot deel van de reis om dit hele verwerkingsproces. Ik had tijd en rust nodig. En ik had wel gehoopt, maar niet verwacht dat ik dromen en illusies achter me zou laten die al lang niet meer werkten.

3. Kun je nu weer normaal een relatie hebben?
Mwa. Ik dacht dat ik nooit meer een normale relatie zou kunnen hebben. Nu voel ik dat er wel weer ruimte voor komt en dat ik niet meer de hele tijd alleen hoef te zijn, maar ik ben er nog niet helemaal. Relaties verwerken kost tijd. Voor sommige mensen niet, maar voor mij wel. En ik denk nu vooral: laat mij maar even. Laat de wereld zijn ding maar doen, en dan haak ik wel aan als het goed voelt.

4. Zou je nog een keer zo’n reis maken?
Ik dacht dat reizen ware vrijheid was, maar ik kwam er achter dat het niet echt mijn ding is. Het is bevrijdend om rond te trekken met een fiets of rugzak en te bivakkeren. Maar de bevrijding zit hem niet in het reizen zelf, die zit in de tijd en de rust om in het moment te leven. En dat was onderweg moeilijker dan thuis, vanwege de hectiek en sfeerloosheid van hostels, hotels, tours en openbaar vervoer.
De laatste dagen van de reis was ik in Abisko, Noord-Zweden, waar ik met Erik nog een korte bergtocht maakte. In het hostel was een Nederlands stel van een jaar of vijftig die af en toe ongevraagd advies over het leven gaven. “Het wordt op een gegeven moment een fuik,” zeiden ze. “Je hebt allerlei dromen en plannen, en voor je het weet zit je aan een baan en een huis en een hypotheek vast.”
Ik had een beetje medelijden met ze omdat ze geloofden dat ze vastzaten. De fuik is het gevoel dat je eigenlijk iets anders met je leven had moeten doen, maar dat je bent opgeslokt door werk, geld en relaties en daar niet meer uitkomt. Reizen lijkt vaak de oplossing. Iedereen is bang voor de fuik. En iedereen zwemt er af en toe in, dat is onvermijdelijk. Maar het is heel simpel om er uit te komen. Je moet alleen een schaar hebben en een gat durven knippen. Die schaar is bewustzijn, of bewuste keuzes maken. Het gat durven knippen is de moed om te doen waarvan je voelt dat het op bepaalde momenten nodig is. Reizen helpt om dat een beetje te trainen, maar het is training, geen oplossing.
Ik heb een baan en een huis en een hypotheek, maar ik zit niet in een fuik. Het is hard werken om steeds bewuste keuzes te blijven maken, maar dat is wat ik blijf doen. Betekenisvol leven, natuurlijk, eenvoudig en zo oprecht mogelijk. Op reis realiseerde ik me hoe tevreden ik ben met hoe mijn gewone leven doorrolt.
Dus, ja, ik ga wel weer op reis, maar ik hoef niet non-stop weg te zijn, en voorlopig ook niet voor zo’n lange periode.

5. Hoe was het om thuis te komen?
De raarheid begon toen ik mijn laptop openklapte. Wat een enorm scherm en wat een enorme toetsen. Ik ben nog steeds aan het oefenen met opnieuw leren typen.
Ja, het is raar. Ik had er best wel naar uitgekeken. Ik miste veel mensen. Maar nu heb ik alweer heimwee naar de sneeuw.
Toen ik de grens over reed, moest ik huilen omdat ik zo blij was dat alles goed was gegaan, dat ik levend thuiskwam, en om alle mooie dingen die onderweg gebeurd waren. Toen ik in Rotterdam kwam dacht ik: wat is het hier allejezusdruk. Het was toen elf uur ‘s avonds, ik denk dat ik de ochtendspits niet ga overleven.
Ik heb meteen een heel programma afgewerkt. Het eerste wat ik deed toen ik wakker werd, was drie uur schoonmaken en opruimen. En daarna ben ik het hele land doorgereisd om ouders, baby’s en vrienden te zien.
Nu ben ik een beetje gaar. Thuiskomen is raar. Ik ga er nog even aan wennen.

Fotocredits: Erik Venneman

Ontdek meer van Dichter bij de grond

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder