Keuze voor een lichtgewicht wandelrugzak: Osprey Tempest 40L

Dit is de enige gesponsorde post op mijn blog, ik kreeg de tas cadeau Рwas benieuwd of ik het leuk vond om op die manier te bloggen. Ik vond het niet leuk omdat ik geen reclame wil maken voor outdoorspullen Рik wil dat mensen naar buiten gaan, voor de natuur zorgen en alleen de spullen kopen die ze ̩cht goed vinden of nodig hebben. Ik ben nog steeds wel heel blij met deze tas.

Op mijn 10e was ik al into lichtgewicht backpacken. Ik maakte paklijsten en haalde survivalboeken uit de bibliotheek. Op een vroege zondagmorgen gooide ik een rugzak uit het raam en sloop met mijn neef het huis uit. De wereldreis ging over de dijk, langs de haven en via de kerk weer terug. We hadden iets te minimalistisch ingepakt. Na een uur waren we thuis omdat we honger hadden.

Lichtgewicht reizen is bevrijdend, maar het is ook altijd balanceren. Een kleine rugzak met weinig spullen is leuk, maar te weinig ruimte voor eten, brandstof en een warme slaapzak haalt de lol er snel vanaf. Ergens bereikt de verhouding tussen vrijheid en pakvolume/gewicht een optimum, en dat optimum is afhankelijk van je uithoudingsvermogen, behoefte aan zelfvoorzienend zijn, de reisduur, de bestemming en nog duizend andere factoren. Ik ben er al een tijdje mee aan het experimenteren. Eerst kwam deze lichtgewicht paklijst: hier klikken. En nu zocht ik er een rugzak bij.

Voor meerdaagse wandeltochten met een volledige kampeeruitrusting is 40 L wel zo’n beetje de ondergrens. Dus daar ging ik voor. Ik wilde testen of ik daarmee uit de voeten kon. En omdat ik er verschillende dingen mee van plan ben, en niet tien verschillende rugzakken wil hebben, had ik nogal wat aanvullende eisen:

  • Hij mocht niet zwaarder zijn dan een kilo
  • En moest stabiel, dus dicht op mijn rug zitten (zonder vrijstaand rugpand met gaas, al zou dat beter helpen tegen zweten)
  • En brede heupbanden hebben
  • En bruikbaar zijn voor lange wandelingen, maar ook voor bushcraft/survival of een bezoek aan mijn ouders (ook een soort survival)
  • En degelijk zijn (duurzaam, lang meegaan)
  • En een platte onderkant hebben, zodat hij zelfstandig rechtop kan staan
  • En simpel zijn: één groot hoofdvak, ruime zijvakken, geen onnodige vakjes en ritsen

Ik wilde een rugzak die gewoon te koop is in een Nederlandse winkel, zodat ik kon passen, en die geen godsvermogen kost (max. € 150,-). Daarom, en omdat ik twijfel over de levensduur van de materialen, vielen fancy ultralichte rugzakken zoals die van HMG en ZPacks af. Ook de Osprey Levity 45 was boven mijn budget.

Een maar 200 gram zwaardere rugzak die ik al een tijd op het oog had, was de Osprey Tempest 40 (L). 1008 gram, zat als gegoten, precies de juiste maat. Ik vond hem niet zo elegant als de ultralichte varianten, vanwege de golven op het voorvak en de veel te aanwezige blauwe spanbandjes op de zijvakken. Maar het ging me vooral om het draagcomfort, en na tien keer passen was ik wel om.

Op dat moment kwam er een mailtje van Osprey: of ik voor hun een rugzak wilde testen. Ik mailde terug dat ik er wel eentje in mijn hoofd had. Het leek me leuk, dat soort berichten krijg ik niet dagelijks. De afgelopen twee weken heb ik me met de rugzak vermaakt en er van alles mee geprobeerd. Een weekend outdoor cooking met mijn bushcraftvrienden (bivakzak, minimaal eten in de rugzak). Een weekend wandelen en kamperen (tent, eten voor twee dagen, 3 L water). En op drie verschillende manieren mijn tent er in gepropt/aan bevestigd – in de spanbanden aan de onderkant, in het voorvak en in het hoofdvak.

Dit type tassen is eerder bedoeld voor huttentochten, dagtochten en hotel/hostelreizen. Als je ze te vol stouwt, of er teveel gewicht in stopt, dragen ze niet lekker meer. Voor ultralicht backpacken wordt een grens van vijftien kilo aangehouden, omdat bij ultralichte tassen vaak het frame is weggelaten die het gewicht efficiënt op de heupen moet overbrengen. De Tempest 40 heeft wel een licht, aluminium frame.

De belangrijkste test was of de tas nog lekker zou dragen met een complete kampeeruitrusting erin. Verder wilde ik weten: kan ik mijn spullen er een beetje praktisch in kwijt? En houd ik er een algeheel positief gevoel aan over, of krijg ik spijt dat ik niet toch voor een andere rugzak ben gegaan?

Zat ‘ie lekker?
Ja, hij zat fantastisch. Dat schrijf ik niet omdat Osprey me een rugzak cadeau heeft gedaan, want ik mag schrijven wat ik wil. Ik was oprecht blij. Ik vond het heel comfortabel om het gewicht zo dicht en stevig op mijn rug te hebben. Vanwege het vlakke rugpand voelde het alsof de tas me omarmde. En er zit toch nog wat ventilatie in (Osprey noemt dat AirScape mesh). Met de temperaturen van afgelopen paasweekend had ik alsnog een natte rug, maar zweten hoort erbij, en ik vind het niet zo’n issue.

De gewichtsverdeling ging goed, ik had het gevoel dat ik bijna niks op mijn rug had. Tijdens het bushcraftweekend had ik zo weinig mee dat ik sowieso maar een kilo of zeven droeg. Dat is ook zonder heupbanden en andere technische extra’s nog goed te doen. Maar tijdens het wandelweekend was mijn rugzak vanwege de tent, drie liter water en al het eten weer ouderwets zwaar. Ik had luxe ingepakt: cherrytomaatjes, olijven in pesto, olijven met feta, zongedroogde tomaatjes, een zak krentenbollen en een tijdschrift. De tas woog de eerste dag ruim twaalf kilo. Dat gewicht voelde ik wel als ik hem optilde of de heupband los deed, maar op mijn rug zat het lekker. Dit was precies de reden waarom ik een brede heupband wilde, met een beetje stevigheid.

Wat ik verder vaak doe onderweg, is hurken of op mijn knieën zitten om planten te bekijken en foto’s te maken. Een tas zit dan meestal in de weg vanwege het gewicht of omdat hij verschuift, waardoor je hem af moet doen of opnieuw moet afstellen. Bij een kleinere rugzak gaat dat een stuk soepeler. Ik had het gevoel dat ik veel meer bewegingsvrijheid had. Na vier maanden sjouwen met zeventien kilo winteruitrusting was dat een verademing.

Kan ik mijn spullen er een beetje praktisch in kwijt?
Het hoofdvak is vierkant, waardoor die lekker volgestouwd kan worden. Het vak in de deksel was niet per se een vereiste, maar wel praktisch voor dingen die ik bij de hand wilde hebben. Aan de binnenkant van de deksel zit nog een gaasvakje waar ik wc-papier en mueslirepen in bewaarde. Deze voelt een beetje kwetsbaar.

De vakjes op de heupband zijn relatief klein, te klein voor mijn telefoon of een compactcamera, maar er paste wel een portemonnee en sleutels in. Een waterzak kan tussen het rugpand en het hoofdvak, zodat je de tas niet half hoeft leeg te ruimen om je water bij te vullen. Het leek mij om het even, maar een hardcore wandelvriend werd daar heel opgewonden van. Wat ik wel belangrijk vond, is dat de zijvakken lekker diep zijn. Mijn waterflessen vielen er niet uit (wat bij mijn 70 L rugzak wel steeds gebeurt), en er is nog ruimte voor wat extra’s. Een blokfluit bijvoorbeeld.

Wat ik niet begrijp, is waarom de spanbandjes van de zijvakken zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant bevestigd kunnen worden. Osprey noemt dat InsideOut compression, dus er is vast goed over nagedacht, maar tot nu vond ik het vooral onpraktisch. Aan de binnenkant zitten ze in de weg, dus ik heb ze aan de buitenkant, waar ze me blijven storen omdat ik ze niet mooi vind en vrijwel nooit nodig heb. Wat van mij ook niet had gehoeven, is de rits aan de onderkant (Base zip entry). Voor zo’n kleine rugzak is dat overbodige luxe.

Er zit geen regenhoes bij en dat hoeft van mij ook niet. Ik pak alles in waterdichte zakken, wat de boel lekker overzichtelijk houdt. Bij mijn vorige rugzak is de regenhoes op de top van een berg weggewaaid en sindsdien heb ik hem geen dag gemist.

Ik heb lang getwijfeld of 40 L wel genoeg was, of dat ik beter voor 45 kon gaan. Het was een opluchting dat 40 L groot genoeg bleek om eten of wat andere extra’s mee te nemen. Tijdens het bushcraftweekend had ik ruimte over. Tijdens de wandeltocht met tent had ik genoeg ruimte voor eten. Nu had ik gemakszuchtig een zak couscous, feta en wat verse groenten in de tas gegooid. Dat kan economischer, en met gedroogd voedsel zou ik waarschijnlijk drie dagen weg kunnen blijven zonder een supermarkt nodig te hebben. Ook voor brandstof was er genoeg ruimte. Doordat ik een waterzak gebruikte, kon de fles met spiritus in het zijvak.

Hoe was het algehele gevoel?
Het was relaxed buitenzijn met zo weinig bagage. De ontspanning zit ‘m voor mij niet alleen in het bewegen en in de natuur zijn, maar ook in het (tijdelijk) zelfvoorzienend zijn. Ik vind het heel rustgevend om alles bij me te hebben, met het gevoel dat ik overal naartoe kan. Tijdens mijn winterreis had ik dat gevoel niet altijd, omdat ik teveel meezeulde (wat toen nodig was, want het was winter, en ik had teveel verschillende plannen). Wat ik zo cool vind, is dat het er nu uit ziet alsof ik een paar uurtjes door het bos ga wandelen, terwijl ik een heel huishouden op mijn rug heb.

Aan de tas ben ik snel gehecht geraakt omdat hij zo lekker zit, wat fijn is voor Osprey, want dat betekent een positieve review. En fijn voor mij, want ik heb geen spijt. Ik heb heel regelmatig outdoorspullen gekocht waarbij ik na een paar keer gebruiken dacht: dat was leuk, maar dit was toch niet wat ik er van verwachtte. Het is soms moeilijk om in de winkel te zien of iets gaat werken, zelf als je het gepast en gevoeld hebt.

Hier heb ik een goed gevoel bij. Of de Tempest duurzaam is, kan ik nog niet zeggen. Het materiaal is stevig, dus ik verwacht er een hoop van. Mijn (misschien bescheiden) volgende grote droom is om in één keer het Roots Natuurpad te lopen, een langeafstandswandeling van Delfzijl naar Goirle, 459 kilometer, grotendeels over onverharde paden. Het lijkt me sfeervol om met minimale bepakking drie weken op te gaan in de Nederlandse natuur. Daar is deze rugzak ideaal voor. Als ik hem dan nog heb, heeft hij ook de levensduurtest overleefd.

Ontdek meer van Dichter bij de grond

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder