Computers draaien niet op sterrenstof

Ik bestelde laatst een boekje van 20 pagina’s. Het moest gedrukt, van Engeland naar Nederland getransporteerd en bij me thuis bezorgd worden. En dat terwijl het online gratis beschikbaar was. Het was nota bene een milieumanifest. In de introductie stond dan ook het boze commentaar van lezers: als je om het milieu geeft, verspreid je zoiets alleen online. De reactie van de auteurs was wat minder kortzichtig dan dat van het lezerspubliek: ‘…alsof de servers die het internet in de lucht houden op sterrenstof draaien’.

Een maand terug probeerde ik al een blog over de milieu-impact van internetten te schrijven. Het lukte niet, want wie wil dat nou lezen? Maar NRC kopte een paar dagen terug met een artikel over een reusachtig datacentrum in Zeewolde. En toen kon ik het niet laten dit toch af te typen. Het was natuurlijk een kwestie van tijd voordat zo’n gevaarte in Nederland zou worden gepland. En nu zijn mensen geschokt. Al dat onzichtbare internetverkeer blijkt een fysieke werkelijkheid te hebben. En die ziet er in de achtertuin een stuk lelijker uit dan op het scherm.

In de duurzaamheidswaan wordt het internet al snel uit het oog verloren. Sterker nog, het is de spil achter een duurzame en minimalistische levensstijl die een einde maakt aan papierverspilling (‘denk aan het milieu, print deze e-mail niet!!1!1’), onnodig transport en onnodig grote huizen. De computer is een gereedschap dat alles kan en geen ruimte inneemt. Of wel?

Volgens het NRC-artikel vragen de geplande datacentra in Zeewolde twee keer zoveel energie als de stad Amsterdam. Dat is een beetje een gekke kop, want het datacentrum ís de stad Amsterdam. Alleen is Amsterdam (net als elke andere plek waar mensen wonen) zich er niet altijd van bewust dat zijn leven zich voorbij de gemeentegrens uitstrekt. Alsof internet uit de lucht komt vallen, samen met de kip in de supermarkt en zalandopakketjes op de deurmat.

Internetgebruik produceert net zoveel CO2 als de luchtvaartindustrie. De precieze impact is afhankelijk van hoe je dit soort ingewikkelde en onzichtbare milieu-impacts berekent, en natuurlijk bestaat milieuvervuiling uit meer dan CO2. Om een computer te maken, zijn grondstoffen, water en energie nodig. Die grondstoffen worden op vervuilende, onmenselijke manieren uit mijnen gehaald. En dan zijn er dus de servers om het internet in de lucht te houden. Die draaien niet op sterrenstof, maar hebben kilo’s stoom nodig en liters water om te koelen.

Wat virtueel lijkt is in de praktijk een groot infrastructureel netwerk van datacentra, elektriciteitscentrales, kabels en elektronica. Alleen zie je dat niet, omdat het heel efficiënt op een klein kastje (router, telefoon) in je huis binnenkomt.

In LuleÃ¥, Zweden kampeerde ik naast een industrieterrein waarop het grootste Europese datacentrum van Facebook staat. Het is een inspiratieloos, vierkant bouwwerk, een beetje zoals de distributiecentra die je bij ons langs de snelweg ziet. De gebieden boven de poolcirkel zijn ideaal voor datacentra, omdat het koelen van servers een hoop energie kost. Het Zweedse datacentrum heet ‘groen’, zoals je in het filmpje hieronder ziet, omdat het alleen hernieuwbare energie van waterkrachtcentrales gebruikt en daar efficiënt mee omgaat.

Iedereen wil internetten en niemand wil zo’n lelijke serverruimte in zijn achtertuin, wat dat betreft is een industrieterrein in LuleÃ¥ geen verkeerde keuze. Maar om zo’n fabriek groen te noemen gaat wat ver. En waterkrachtcentrales zijn op papier misschien CO2-neutraal, maar een ramp voor de ecologie.

De impact van een boek is redelijk zichtbaar, je ziet de inkt, het papier, het neemt ruimte in je kast in en het kost energie om het te verhuizen. De impact van een server is onzichtbaar, en daarom lijkt het alsof het de leefomgeving niet belast. Waar je in Zweden nog tegen een blokkendoos aanrijdt, zonk Microsoft een datacentrum af voor de kust van Schotland. In een promotiefilmpje lacht de ingenieur trots om zijn bovenmenselijke prestatie en vernuft. Geen lelijke blokken in de polder, de servers blijven lekker koel, maar de langetermijneffecten voor het zeeleven zijn onbekend.

Er zijn allerlei technische oplossingen om de impact van datacentra kleiner te maken, zoals gebruik van groene stroom en hergebruik van restwarmte. Dat klinkt vooruitstrevend, maar met wat voor doel eigenlijk? Zodat we kattenfilmpjes naar elkaar kunnen sturen of op verjaardag bij oma kunnen opzoeken wie ook alweer het songfestival van 2015 won? Zodat we onze vakantiefoto’s niet meer hoeven uit te zoeken, maar lekker in de cloud kunnen laten staan? Zodat we onze mailbox niet hoeven op te ruimen, want het staat toch niemand in de weg?

Je kunt beter een mail printen, in de auto stappen en naar je collega rijden om de boel te bespreken dan die 1000 ongelezen e-mails in je postvak tot het einde der dagen bewaren. Bij wijze van spreke dan hè, want ik overdrijf nu een beetje omdat ik gewoon boos ben.

Ik ben niet tegen computers en internet. Ze doen veel voor de verspreiding van kennis en informatie en het verbinden van mensen. Ze houden zelfs mensen in leven. Waar ik wel tegen ben, is het onnadenkend gebruiken van iets omdat het kan, in plaats van omdat het zinvol is, en een verkeerd begrip van een zogenaamde groene levensstijl waarmee het oude vertrouwde overconsumptiemodel op slinkse wijze in een nieuwe vorm gegoten wordt.

2 reacties op “Computers draaien niet op sterrenstof”

  1. Ha dank je Mieke! Daar dacht ik juist over na vanmiddag. Hoeveel kost dat wel niet, al dat internet.
    Zinvol en spaarzaam gebruik. Ik weet niet of dat gaat gebeuren. Veranderingen door bewustwording gaan meestal traag. Bij biologische voeding is het 5% meer geworden in 30 jaar las ik gisteren.

    Kennelijk hebben we meer crises nodig om er vaart achter te zetten.

    Ik ben in elk geval blij dat in oktober mijn boek wordt uitgegeven. Mocht de digitale wereld ooit instorten, dan heb ik dat in elk geval op papier staan. Ha!

    Ps ik snap best dat je boos bent. Mooi verhaal is het geworden.

Ontdek meer van Dichter bij de grond

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder