Buitenmeditaties (de Hoge Venen)

Erik ging zijn ziel zoeken in de Alpen (zijn woorden). Ik treinde naar de Hoge Venen om ongeveer hetzelfde te doen. Ik had het hardcore buitenleven gemist. Fysiek zat het allemaal wel goed, want we hebben de afgelopen maanden door heel Nederland gefietst, maar ik zat er spiritueel doorheen, als je je daar iets bij voor kunt stellen. Het werd een monstertocht van drie dagen. Lange etappes (30 km) zonder plan, bergop, bergaf, moe, alleen, stil, hongerig naar de de natuur en het onbekende.

Het moest simpel en poëtisch zijn. Ik sliep in mijn bivakzak en wandelde met de woorden van John O’Donohue:

I would love to live
Like a river flows,
Carried by the surprise
Of its own unfolding.

Daarom geen plan, alleen een richting. Ik wilde ontdekken of ik de dag kon laten brengen wat de dag brengen wil. Daar was gek genoeg een grote mentale inspanning voor nodig, want van alle eigenschappen die een mens kan hebben, bezit ik loslaten en vertrouwen het minst. O’Donohue hielp me op weg. Hij was een Ierse dichter, priester en schrijver van Four Elements: reflections on nature. Een boek met meditaties op het landschap – korte filosofische en poëtische fragmenten – waar ik er willekeurig op de dag wat van las. Een soort sfeermakers. Ze haalden me uit de routine van het gewone leven en maakten mijn planmatige geest wat stiller.

De nacht

De magie kwam ‘s nachts en in de vroege ochtend zoals magie neigt te doen. Daarom die bivakzak, waarin ik zo goed als buiten lig. Het gaat dan vanzelf, het alerte slapen in de geluiden van het bos, het op korte momenten ontwaken in een nieuwe wereld.

Er waren vuurvliegjes. Na een uurtje woelen in wat een eindeloos lange schemer leek, kwamen ze tevoorschijn. Ik schrok er eerst van, het was alsof de gloeiende as van een kampvuur over mijn slaapzak dwarrelde. Toen ik beter keek, zag ik een hele zwerm lichtgevende beestjes bij de rivieroever. Het was alsof ze uit de modder opstegen en daar weer in zonken. Als letters bij een ondertitelde film, die net lang genoeg blijven staan om de boodschap over te brengen, en dan weer weg zijn.

Rond twee uur ‘s nachts werd ik opnieuw wakker van de volle maan die me, laag bij de grond, in een baan van licht legde. Het duurde maar een paar minuten. Ik was te moe om mijn ogen langer open te houden.

De ochtend

De ochtenden waren lang en kalm. Ik at mijn ontbijt in de onzichtbare geest van het landschap, dat zich door mijn geest weefde. En eigenlijk was dat het enige dat er toe deed, dat samenvloeien. Het bracht een gevoel van eenheid terug dat door het vele thuiszitten ongemerkt was afgebrokkeld. Alleen op die momenten lukte het loslaten, omdat vertrouwen er vanzelf voor in de plaats kwam en er niet ingeforceerd hoefde te worden.

Op die momenten begreep ik ook woorden die aan de keukentafel snel kleurloos worden. ‘Simply by being still and silent, by coming into the stillness of your own heart, you will find the God that is waiting there within you for your arrival home’, schrijft O’Donohue. Je kunt dat soort dingen niet lezen en er droog commentaar op leveren zoals je met alles wat rationeel is wel kunt doen. De woorden komen tot leven, of ze komen het niet. Grote kans dat ze na een nacht in een bivakzak tot leven komen.

Flarden van de meditaties bleven hangen in het ritme van de ochtend: ‘God surges and flows and is wild… God is not a dead answer… Landscape is absolutely there. Acient, it was always therean intimate element… breath… clearance…

De middag

En dan de middagen. Die sloegen de boel dood zoals middagen neigen te doen. De dag was te groot geworden om nog te kunnen overzien, ik wilde slapen. Mijn gebrek is dat ik overdag niet kan rusten en door het punt van vermoeidheid breek tot kniepijn of schouderpijn of wat voor pijn dan ook me forceert om te stoppen. Dan eet ik energierepen en veeg wat over mijn telefoon. Het is naïef om te geloven dat het niet zo hoeft, en dat er een perfecte balans tussen ontspanning en inspanning bestaat.

Het zijn fragmenten. De magie verdwijnt zo snel als wolken overtrekken in een onweersbui. Het wandelen en bivakkeren is wat ze in het Engels zo mooi “preparing the ground of receptivity” noemen, een oefening in ontvankelijkheid. Al die moeite, het plannen, de twijfels vooraf, de zorgen onderweg en de spierpijn zijn nodig om de weg vrij te maken voor die paar momenten van bezinning en inspiratie.

Thuis blijft de mystieke sfeer nog kort rondzwerven. Het verdwijnt weer, zoals ook de spierpijn verdwijnt. Je kunt zoiets niet in een jampot stoppen. Maar de herinnering wordt sterker en brengt de natuur dichterbij.

8 reacties op “Buitenmeditaties (de Hoge Venen)”

  1. carla de Brieder avatar
    carla de Brieder

    Prachtig verwoord

  2. Carla de Brieder avatar
    Carla de Brieder

    Kom eens langs!

  3. Mieke, je verhaal roept het verlangen naar avontuur, zwerven, vermoeidheid, pijn, voldoening en meditatief voortgaan en stilstaan op.

  4. Mooi geschreven Mieke. Het roept tegelijkertijd verlangen en herinnering (het Duitse woord Sehnsucht popt op maar het is meer dan nostalgie) op.

  5. […] Four Elements – John O’Donohue (Harmony Books). Mijn favoriete boek voor in de rugzak. Reflecties en meditaties op het landschap. Zie deze blog: Wandelen met O’Donohue. […]

  6. Je kunt zoiets niet in een jampot stoppen ;-)

    Maar jij komt aardig dichtbij door het te verwoorden. Mooi hoe je de korte momenten van ontwaken een plek geeft. De helderheid van de morgen en de ruis van de middag. En ondertussen draait de aarde om haar as. Vreemd genoeg zie je licht beter in het donker dankzij vuurvliegjes dan in de volle zon. Toch hoop ik deze winter op de zomer. Om meer buiten te zijn. Dicht bij de grond…

  7. […] dit soort tochten neem ik altijd een verlichtend boek mee, net als vorig jaar in de Hoge Venen. Deze keer haal ik er vijf minuten voor vertrek een beetje lukraak een uit de kast, The Soul of a […]

Ontdek meer van Dichter bij de grond

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder