Crafting: primitieve en traditionele technieken

Het is een flinke klus om gebruiksvoorwerpen zelf te maken. Een machine kan het vrijwel altijd beter, in ieder geval sneller en meestal ook met minder grondstoffen. Handgemaakt is ambachtelijk en het heeft meer sfeer, dat wel, maar het is niet per definitie duurzamer.

Dat betekent niet dat craften – dingen (op traditionele manier) met de hand maken – nutteloos is. Juist niet. Ik vind dat iedereen een of meerdere handwerkvaardigheden moet leren. Dat kan van alles zijn: breien, timmeren, touwslaan, glasblazen, pottenbakken, bushcraft, verzin het maar.

Reallifeskills#1: houtbewerking

Begin dit jaar volgden we een cursus lepelsnijden. We kwamen er al vrij snel achter dat een lepel maken niet het doel was. De dag begon met een groot blok hout, formaat bijzettafel. We moesten houthakken en een ontwerp uittekenen. Daarna kwam het snijden. De steel, de ronding, het uithollen van de schep en het eventuele versieren, als je nog energie en inspiratie over had.

Aan het einde van de dag had iedereen iets gemaakt dat op een lepel leek, in het dagelijks leven niet heel bruikbaar, hij ligt hier al vergeten in een la. Maar die lepel was dus niet het doel. Het belangrijkste was dat we allerlei vaardigheden hadden geleerd: gereedschap gebruiken en onderhouden, snijdtechnieken, met de groeirichting meewerken en vooruit denken, van materiaalkeuze en ontwerp naar uitvoering en onderhoud.

Reallifeskills#2: touwwerk

Een maand geleden begon ik met een nieuw project, reallifeskills #2: touwwerk. Ik vind het fascinerend hoe mensen al in de oudheid een stuk schaap of een plant (hennep, vlas) in een tas of trui konden transformeren. En ik leerde vroeger wel naaien en breien, maar dan zette mijn moeder de steken op en hoefde ik alleen maar een beetje met de naalden heen en weer te prutsen.

Een schuursponsje maken leek me een haalbaar begin. Veertien steken opzetten, een rechte lap breien, afhechten en dichtstikken. Ik haalde een bol jute bij de bouwmarkt, dikke breinaalden bij de kringloopwinkel (20 cent per paar), bekeek wat instructievideo’s op Youtube en had binnen een uur de basis weer te pakken. Aan het einde van het project voelde ik me de koningin van het universum. Ik had zelf iets gemaakt, halleluja.

Daarna wilde ik ook leren hoe ik mijn eigen draad kon maken. Op een zonnige zondagmiddag kwam een vriendin langs met een zak wol, spinnewiel en spintol. Het was alsof ik 1000 jaar terug in de tijd gegooid werd, of in de wereld van Archeon en kasteelbezoeken waar ook vaak mensen zaten te handwerken. De hele middag en avond waren we bezig met wol kammen, spinnen, wassen. Het was een hoop werk, maar ik heb me nog nooit zo competent gevoeld. Aan het einde van de dag waren al die losse kleine vezels in elkaar gedraaid tot een volle klos stevig draad (oké, sommige stukken waren te dik, andere te dun, alle begin is moeilijk).

Het laatste project in de serie touwwerk was knopen. Want ooit heb ik ook van brandnetelvezels touw leren draaien en als ik dat nog eens opfris, kan ik het bos in lopen en hele gave dingen maken. Met eenvoudig macraméwerk maakte ik een deurmat van jute. Knopen is simpel en functioneel. Net als met lepelsnijden gaat het niet om het eindresultaat maar om de vaardigheid. Als je er een beetje handig in bent, kun je van alles: een tarp of hangmat ophangen, spullen veilig vastsnoeren, een provosorische tas maken, outdoor EHBO (bijvoorbeeld een brancard maken), hutten bouwen, bruggen bouwen, klimmen…

Basale vaardigheden

Van schaap naar potentiële muts. Als je zelf iets maakt, krijg je gevoel voor hoeveel tijd en vakmanschap er in een willekeurig gebruiksvoorwerp zit. Er zijn veel stappen in zo’n maakproces die je kunt uitbesteden aan een machine of aan goedkope arbeidskrachten in het onzichtbare oosten. Je kunt het schaap zelf scheren of de geschoren wol bij een boer ophalen. Je kunt het zelf wassen of laten wassen. Zelf spinnen of simpelweg een bol wol bij de Zeeman kopen. Dan kun je zelf een ontwerp maken of een bestaand patroon gebruiken. Zelf breien of laten breien. En aan het topje van die hele keten staat de H&M, waar je op zaterdagmiddag naar binnen kunt lopen en een trui uit het rek kunt trekken. Voor wie zelfs dat teveel moeite is, kan de postbode de trui ook gewoon thuisbezorgen.

Die H&M-trui past waarschijnlijk beter en zit waarschijnlijk lekkerder dan je zelfgebreide exemplaar, tenzij je veel breitalent hebt en hem perfect op maat kunt maken. Sommige mensen zijn echt goed in craften. Ik ben nooit ergens écht goed in. Ik leer snel, probeer en lees alles wat ik over een onderwerp kan vinden, en als ik dan iets voor 80% onder de knie heb zoek ik een nieuwe uitdaging. Het lepelsnijden bleef bij twee projecten en een heleboel onafgemaakte ideeën. Het breien moet nog een vervolg krijgen met iets dat wat draagbaarder is dan een schuursponsje. Maar dat geeft niet. Ik hoef geen pro te zijn, ik wil een paar basale vaardigheden onder de knie krijgen.

Reallifeskills#3: smeden

Terwijl de mat nog half af aan de rekstok hing, vroeg een vriendin of we kwamen smeden bij haar vader in de Achterhoek. Daar stonden we afgelopen weekend op een stuk gloeiend ijzer te rammen. Ook hier was ik niet echt goed in maar ik vond het weer fascinerend. De hete, vette kolen, het gemak waarmee je een stuk ijzer kunt verbuigen, maar ook de moeilijkheid om een bruikbaar voorwerp te maken. Een simpele haak was snel gemaakt, maar om een mes te smeden moest er op een gegeven moment een slijpmachine aan te pas komen. Wij smeedden met door een laser op maat gezaagde stukken ijzer, maar ook het winnen en gieten van ijzer zal een kunst op zich zijn. Al die smeedijzeren hekwerken, ankers, bijlkoppen en hoefijzers die nog uit een nabij verleden bewaard zijn krijgen plotseling veel meer waarde.

Vaardigheden en waardering

Daarom ben ik er van overtuigd dat iedereen een of meerdere handwerkvaardigheden moet proberen. Als je weet hoe iets gemaakt wordt, ga je er bewuster of zuiniger mee om. En als je een techniek in de basis kent, zie je ineens overal mogelijkheden.

Als ik een vloerkleed kan knopen, kan ik ook een tas maken. Als ik een schuurpons kan breien, kan ik ook een trui maken, of toch op z’n minst een grote omslagdoek. Het zal niet mooi of kunstig worden, daarvoor moet ik meer oefenen. En voor sommige werkstukken heb je hele specifieke gereedschappen nodig. Maar als er iets stuk gaat, of ik kom in een situatie waarin niet alles voor handen is, dan zal ik veel sneller zelf iets maken of repareren. Sinds de reallifeskills-projecten heb ik het gevoel dat ik iets wezenlijks kan.

Verlanglijstje

In deze link een paar suggesties, waarvan er nog veel op mijn verlanglijstje staan.

En Youtube staat vol met simpele projecten die je zonder veel moeite of ingewikkelde materialen kunt doen:

3 reacties op “Crafting: primitieve en traditionele technieken”

  1. Goed bezig!

  2. carla de brieder avatar
    carla de brieder

    Echt zelfvoorzienend! Ik ga mijzelf leren weven

  3. […] Zover ben ik nog niet gegaan. Ik was al blij dat ik iets kon maken waarmee ik bij wijze van spreken een bundel spullen bij elkaar kan knopen of een zeil in een boom kan hangen – precies zoals ik in de survivalcursus had geleerd. Wel heb ik een paar stengels achtergehouden, want ik heb nog een kaardborstel en spintol liggen van een vorig project. […]

Ontdek meer van Dichter bij de grond

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder