Als de Russen komen

Natuurlijk denkt iedereen aan Oekraïne. Ik denk ook aan sommige Russen die het verschrikkelijk vinden wat er gebeurt, eigenlijk aan iedereen die onderdrukt wordt. Ik heb het nooit begrepen dat mensen zichzelf groter maken ten koste van anderen. Nu doen we dat allemaal wel eens, op kleine schaal, maar dan hebben we spijt en dat is een gezonde reactie. Dictators hebben nooit spijt, alleen van hun eigen verlies. Het is de trieste werkelijkheid van dit moment.

Mensen zijn geschokt en verbaasd, maar voor wie zich nog wat van de geschiedenis herinnert, is het geen verrassing. In Finland ontmoette ik drie jaar geleden leeftijdsgenoten in wie de angst voor Rusland leek ingeprent. Ze waren bang voor de dienstplicht. In Kirkenes, op de grens van Noorwegen en Rusland, vond ik de herinnering aan een van de bloedigste gevechten tijdens de Tweede Wereldoorlog. In Rusland zag ik jonge, hoogopgeleide mensen die niet wisten wat ze met hun grote leider aanmoesten, en hem maar negeerden omdat er niks tegenin te brengen was.

Europa is na de val van de muur nooit echt hersteld, een eenheid geworden, of veilig geweest. Toen ik van de week naar de bieb ging om een boek van Geert Mak op te halen – Grote verwachtingen: in Europa 1999-2019, voor wat meer context – lag hij al klaar op een tafel bij de ingang. Het thema van de week was Europa en oorlog. In een hoofdstuk dat ‘Vrede’ heet, lees ik over een diepe armoede en teleurstelling waar Oost-Europa en Rusland na de val van de muur in verzonken. Het boek beschrijft ook uitgebreid hoe het een ontwortelde KGB-agent (de voormalige geheime dienst van de Sovjet-Unie) in de chaos en corruptie lukte om alle touwtjes in handen te krijgen, terreur niet schuwde, en Tsjetsjenië binnenviel om ze te ‘bevrijden’ en onder ‘Russische bescherming’ te brengen. Klinkt als Poetin, gaat inderdaad over Poetin.

Nu is mijn standaardgrap sinds een week niet leuk meer, al betwijfel ik of hij ooit leuk geweest is. Als mensen vragen waarom ik survivalcursussen doe of vijfkilozakken havermout in de kast heb staan, zeg ik, want mensen vinden dat grappig: ‘voor als de Russen komen’. Ja, het is een slechte grap, maar wel een met een kern van waarheid die me de afgelopen week weer opviel.

Op dag twee van de oorlog had een journalist een Nederlander in Kiev gevonden. ‘Ik blijft hier,’ zei die, ‘maar ik heb wel een fiets gekocht’. Je bent niet meteen een prepper – zo iemand die bunkers onder zijn huis graaft en zeshonderd blikken tonijn op voorraad heeft – als je een beetje vooruitdenkt. Het heeft geen zin om op alles voorbereid te zijn, maar wel om in een gezonde mate onafhankelijk te zijn van wat de massa doet en wil.

De meeste Nederlanders zitten op de bank te klagen dat de brandstof zo duur wordt. Alleen een handjevol mensen komt op het idee dat je niet voor alles een auto nodig hebt, dat je er op een of andere manier voor moet zorgen dat je niet uitsluitend afhankelijk bent van gas, dat je sla in de vensterbank kunt verbouwen of lid kunt worden van een lokale voedselcoöperatie. Net als wij ontdekken ze dat dat veel meer vrijheid geeft, of er nou een coronacrisis, oliecrisis of oorlog is. Maar ook, of juist, als er niets spannends aan het front gebeurt.

Oorlogsdreiging maakt bij mij een gevoel van zelfredzaamheid los, naast de vanzelfsprekende angst, afkeer en onmacht die vrijwel iedereen herkennen zal. De arme mensen die nu met een machinegeweer in de hand moeten vechten voor hun leven hebben daar niks aan. Een escalatie van geweld dendert als een trein voort en het is niet meer te stoppen. ‘Wat zou jij doen?’ Vragen we aan elkaar. ‘Vechten’, zegt de een stellig. ‘Vluchten’, zegt de ander. Waarvoor weten we niet precies. Vrijheid. Principes. Ons leven en dat van onze naasten, zo klein kan je wereld worden als het er op aan komt.

De realiteit is dat we het ons niet voor kunnen stellen. Ik was net afgekickt van de coronaliveblogs en nu zit ik weer de hele tijd nieuwswebsites te refreshen en podcasts te luisteren, alles in een poging om een beetje grip te krijgen op iets waar geen grip op te krijgen is. Tegelijkertijd realiseer ik me dat ons leven gewoon doorgaat, en door moet gaan. We klussen ons suf en we dartelen als blije lammetjes door het vroegelentebos.

O, wat rammelt het aan de rafelranden van mijn denkwereld, aan die van Europa, aan wat normaal leek, maar alle normaliteit verloren heeft.


(Coverfoto: Eternal Flame War Memorial in Petrozavodsk, 2019)