Hoeveel wilde planten kun je in één weekend in je hoofd proppen? Een stuk of vijftig, was de bedoeling. En daar moest dan nog wat zeevoedsel bij.
Vuur maken en houtsnijden spreken tot de verbeelding, maar wild voedsel is ook een van de boeiendste en vaak onderbelichte disciplines in de outdoorwereld. Wie zijn planten kent, kan al een beetje overleven. Wie de kust weet te bereiken, loopt binnen. Want daar ligt het calorierijke voedsel voor het oprapen.
Een uurtje struinen langs de Oosterschelde leverde negen verschillende wieren en allerlei schaal- en schelpdieren op, die je rauw of gekookt kunt eten. Er zijn nog veel meer wieren in Nederland, een stuk of 150, en ze zijn allemaal eetbaar, tenminste, delen van het wier zijn eetbaar, en niet alle wieren zijn even lekker. Met zeesla en Japans bessenwier zit je altijd goed. Bij wieren met blaasjes of slijmerige delen eet je beter alleen de verse toppen.
We waren niet de enige. Op het strand liepen verschillende families die een emmertje vol mee naar huis sleepten. Het is toegestaan om vijf kilogram per dag voor eigen gebruik te verzamelen, en dat is bijzonder omdat jagen en verzamelen in Nederland verder formeel verboden is. Vooral de alikruiken, mossels, kokkels en oesters zijn favoriet. Het enige waar je op moet letten, is algengroei. Algen kunnen giftige stoffen verspreiden die in de zeebeesten en wieren terechtkomen. Het veiligste is om alleen te oogsten als de R in de maand zit, de wintermaanden dus.
Het hoogtepunt van dit weekend was de tapasavond met wildgerechten. We zijn heel wat uren achter Mark, onze gids, aangehobbeld met een plantenlijst en aantekeningenboekjes, maar van proeven onthoud je meer. We maakten grote kookvuren, er verscheen een prikkelende soep met krabben, salades en quiches met zevenblad, brandnetel en andere wilde groenten, en zoete gerechten, zoals pannenkoekjes met duizendblad en vlierbessenlimonade.
Tijdens een lange en goedgevulde plantenwandeling op de laatste dag spotten we en passant nog bijzonder wild. Er zaten twee kolibrievlinders tussen het gewoon biggenkruid en de wilde asperge. En dat maakt wild voedsel verzamelen zo leuk. Het gaat niet alleen om de calorieën, maar ook om alle bijzondere dingen die je ziet als je aandachtig en van dichtbij naar de natuur kijkt.