Ik ben geen christen. Toch las ik een jaar lang de Bijbel.

Iemand liet het woord God vallen. Een ongemakkelijke stilte. Gelach. Ik volgde vakken filosofie op de universiteit en leerde dat het christendom een van de dikste wortels van onze westerse samenleving is. Ook als je denkt dat je er niks mee te maken hebt, bepaalt het veel van je (vaak onbewuste) overtuigingen. Terwijl we de godsbewijzen van Descartes, Kant en Thomas van Aquino onder de loep namen, maakte een ex-gelovige student met veel scherpte en ratio de Bijbel met de grond gelijk.

Twee weken later zat ik met gevouwen handen in een kloosterkerk. Eenzelfde ongemakkelijke stilte. Wat deed ik hier? Ik was er door een besneeuwd duinlandschap heen gelopen, had een nachtje buiten geslapen in de kou, met een rugzak vol boeken en een geest vol vragen. Toch voelde ik in de kerk ook iets magisch dat ik alleen van wildernistochten en lange meditatiesessies kende. Maar zodra ik naderhand een overtuigd christen sprak, en het weer over de Bijbel ging, werd de magie teniet gedaan. ‘God vindt…’ en ‘de Bijbel zegt…’ vielen zo vanzelfsprekend dat de ruimte om nog iets te voelen verdween.

Het viel me op dat de overtuiging van zowel gelovigen als niet-gelovigen vaak even dogmatisch is. En daar zat voor mij iets onbevredigends, fantasieloos. Het gevoel bekroop me dat er een diepere waarheid moest zijn die ik nog niet begreep maar die de moeite van het onderzoeken waard was. Wat staat er eigenlijk in de Bijbel dat miljoenen mensen over de wereld inspireert en tegelijkertijd zoveel weerstand oproept? Vroeg ik me af. De enige manier om daar achter te komen, was door het zelf te ontdekken. Daarom las ik vorig jaar de Bijbel van kaft tot kaft. 1.482 pagina’s tweekoloms vloeipapier, ruim 200 uur studie.

Geloof is en blijft een gevoelig onderwerp. Het valt niet mee er zonder oordeel over te lezen, praten of schrijven. Toch wil ik proberen te delen wat het met me deed. Een jaar lang een religieus boek lezen maakt indruk, maar eenieder beleeft dat heel anders. Voel je vrij om het met me oneens te zijn en gun mij en jezelf de ruimte om een andere beleving te hebben.

Tijdens het lezen

Ik heb in mijn leven al een hoop boeddhistische, hindoeïstische, pre-christelijke en filosofische teksten bestudeerd. Toch was de Bijbel next level. Mijn mailbox schotelde me elke dag een menu van Oude Testament, psalmen, spreuken en Nieuwe Testament voor. Daar zat een korte uitleg bij met een vaak nogal gezocht thema voor die dag dat structuur moest bieden, maar wat vooral duidelijk maakte dat de Bijbel zich niet in 365 dagen op thema laat knippen. Veel dingen begreep ik niet. Waar ik oosterse teksten relatief snel voel had ik bij dit boek meer context nodig: heel veel begeleidende boeken van moderne schrijvers, kloosterbezoeken en gesprekken over wat er nou eigenlijk staat of bedoeld kan zijn. De Bijbel lezen werd zo een flinke onderneming.

De lastige stukken gaan over agressie, geloofsfundamentalisme en ongelijkheid. Alleen al de ongelukkig vertaling van JHWH – de onuitspreekbare naam van God dat zoiets als ‘zijn’ betekent – naar ‘Heer’ maakt dat ik me 80% van de tijd niet aangesproken voel. Als experiment verving ik regelmatig ‘Heer’ door ‘Vrouwe’ zoals mijn moeder vroeger met voorlezen de namen van Jip en Janneke omdraaide. Dat hielp.

“Leg uw lasten op de Vrouwe en zij zal u steunen, nooit zal zij dulden dat een rechtvaardige ten val komt.” (Psalm 55:23)

Mag dat niet? Dan zou ik stoppen met zoeken, en dat kan toch niet de bedoeling zijn?

De mooie stukken gaan over mysterie en overgave aan iets dat groter is dan onszelf. De mythische zoektocht van Mozes in de woestijn. Het radicale leven van Jezus, tegen alle macht en conventies in, dicht bij de grond van het bestaan. En Paulus, de tentenmaker (hij maakte echt tenten, van dierenhuiden), met zijn wilde reizen door woeste gebergtes en andere onherbergzame oorden. Het zal geen verrassing zijn dat ik me juist hiermee identificeer, en de teksten op deze specifieke manier interpreteer, omdat ze het dichtst bij mijn natuurervaringen liggen.

Wat deed Jezus aan dat kruis?

Waar ik mijn tanden op stuk heb gebeten, is om als niet-christen de centrale positie van Jezus te begrijpen – de kern van de religie dus. Ik weet uit ervaring hoe het goddelijke voelt. Ik kan ook geloven dat er zo’n tweeduizend jaar geleden een inspirerende figuur is opgestaan die Jezus heette en die de wereld heeft verlicht. Maar waarom moet Jezus tussen mij en God komen en wat deed hij aan dat kruis?

Waarom kalken mensen vol vuur ‘Jezus leeft!’ op viaducten en vrachtwagens?

Ongeveer halverwege mijn leesproject begon ik de rationele uitleg te doorgronden. Het begint bij de menselijke neiging (de zonde) om telkens de essentie van het leven (God) kwijt te raken. De mens moet moeite doen (offers brengen) om die essentie weer terug te vinden. In de joodse traditie, die de gangbare geloofsovertuiging was in de tijd van de Bijbel, moest er iets geslacht worden – meestal een dier – om het contact met het goddelijke weer te herstellen. Dat was een nogal exclusieve aangelegenheid met geheimzinnige rituelen die alleen priesters mochten uitvoeren. God zat niet in de harten van de mensen. Logisch dat ze haar steeds kwijtraakten. Op een gegeven moment kreeg God dat door en besloot ze zichzelf in mensvorm (Jezus) naar de aarde te sturen. Zo zou God zichzelf kunnen offeren, een ultieme reddingsoperatie om voor eens en altijd de band met de mensen te herstellen. In de ogen van de Romeinse machthebber, voor wie Jezus nogal een bedreiging vormde, beleefde Jezus aan het kruis een sneue ondergang – de meest sneue ondergang die je in die tijd kon krijgen. Maar wie verlicht genoeg was om het te zien, zag dat Jezus uit de dood opstond (Jezus leeft!), het offer geslaagd was en God zich in haar glorieuze overwinning in de harten van de mensen had geplant.

Ik begeef me met deze uitleg op glad ijs, want misschien mis ik nog steeds iets essentieels. En juist dat is tekenend voor het verhaal van Jezus. Het is zo ingewikkeld dat ik het kleine stukje tekst hierboven honderd keer moet herlezen om de denkfouten eruit te halen. Dat betekent dat ik het niet voel. Een interessante gedachte is dat dat misschien komt doordat na tweeduizend jaar christendom de diepere en magische handeling van het offeren uit onze belevingswereld is verdwenen. De grootsheid van het gebaar raakt me – en met mij vele anderen – niet. Het verhaal spreekt niet meer op die manier waarmee het vroeger ongetwijfeld een diepe indruk achterliet.

Wat ik wel voel, is de alternatieve uitleg zoals onder andere Bram Moerland in Gnosis en Gnostiek en Todd Wynward in Rewilding the Way beschrijven: Jezus als symbool voor het breken met oude machtsstructuren en vastgeroeste instituten (het Romeinse Rijk), het sterven (de kruisdood) van dogmatische overtuigingen om dichter bij de essentie van het leven te kunnen komen, weer voluit te leven (de opstanding) en volledig mens te kunnen zijn (God is mens geworden). De uitleg lijkt hetzelfde als die hierboven, maar de nadruk ligt nu op Jezus als symbool, waarmee het fundamenteel verschilt met Jezus als kern van de religie.

Zoveel christenen, zoveel interpretaties. Dat maakt het bestuderen van religieuze en filosofische teksten zo spannend. Het is het steeds weer toetsen, schaven, voelen en subtiel verschuiven van denkbeelden. En het steeds weer dezelfde vraag stellen: wat is waarheid? Wat is mijn waarheid?

Na het lezen

In de maanden na het lezen begon ik langzaam te vermoeden waarom er een continue mis-match was tussen wat ik voelde en wat ik las. Het vroege christendom moet een verlichtende bron van inspiratie zijn geweest. Ik heb een sterk vermoeden dat het vernieuwend, verrijkend, wild en bruisend was. Voor sommige mensen geldt dat nog steeds. Maar voor veel meer mensen hebben Bijbel en kerk langzaam het leven eruit gehaald. Het werd een instrument van macht, de details werden teveel ingekleurd en er bleef te weinig ruimte over voor verwondering.

Ik ontdekte dat ik me daar overheen kan zetten. Ik kan het ingewikkelde Jezusverhaal accepteren. Ik kan me zelfs over de agressieve en vrouwonvriendelijke passages heen zetten en die omwille van de diepere boodschap als culturele gekkigheid beschouwen, iets van vroeger, littekens van de tijd. Maar toch zat er in dat laatste ook iets dat een blijvend intern conflict oproept.

Er bekroop me een gevoel dat de bijbel nooit voor mij bedoeld is. Er zijn nogal wat feministische interpretaties van fundamentele Bijbelpassages die het hele geloofssysteem op zijn kop zetten. Boeiend. Bevrijdend. Maar dat is niet waar het me om gaat. Het omdraaien van de namen van Jip en Janneke bleek niet genoeg. Want de Bijbel is een verhaal over, van, voor en door mannen. Niet zomaar mannen, maar een heel selecte, specifieke groep mannen. Je kunt Bijbelteksten op duizenden manieren lezen, maar het schrijven en samenvoegen van de teksten – het fundament, de basis – kun je niet terugdraaien. Het zit in elke letter en in elke witregel tussen de letters. Een boek dat de waarheid vertolkt, maar door zo’n selecte groep gemaakt is, kan voor mij nooit de volledige waarheid zijn.

Mijn grootste realisatie was dat dat niet alleen voor het christendom maar voor het hele religieuze landschap geldt, voor zover ik dat kan overzien: boeddhisme, islam, hindoeïsme. Ook yoga. Ook de meditatieklas-met-gemberthee op donderdagavond. Dat betekent niet dat er iets mis is met geloof of spiritualiteit. Het betekent vooral dat ik me met geen enkel systeem kan identificeren.

Richtingaanwijzers

De vraag is of dat erg is. Voor atheïsten maakt het hoe dan ook niet uit, die willen niet bij een spirituele traditie horen. Ik blijkbaar wel. En ik hoopte misschien dat ik me na het lezen van de Bijbel meer thuis zou voelen bij mijn eigen culturele erfenis.

Het is fijn om ergens bij te horen. Maar ook om ergens niet uitsluitend bij te horen. Door het lezen van de Bijbel herinnerde ik me dat ik het niet-weten zoek, de openheid, het andersdenken. Soms vind ik dat in een klooster, soms in een bos, soms in een tekst. Ravi Ravindra beschrijft in The Pilgrim Soul dat je in zo’n zoektocht religieuze teksten als richtingaanwijzers kunt zien en niet als unieke waarheid hoeft te beschouwen. Want zodra je dat laatste doet, bestaat het gevaar om God weer kwijt te raken. Die gedachte helpt me om de Bijbel een plek te geven tussen de dogmatische uitersten zonder af te doen aan het mysterie.

8 reacties op “Ik ben geen christen. Toch las ik een jaar lang de Bijbel.”

  1. Mooi Mieke, voordat de godsdiensten werden uitgerold, leefden mensen dichter bij de natuur. De cirkel van het leven, seizoenen en de maan stonden daarin centraal. Dit zal jou wel bekend zijn, maar ik zag laatst een interview met Susan Smit dat mij bijzonder aansprak. Het mooie is dat de vrouw daarin een veel centralere rol had. Zij is immers de ultieme metafoor voor de cirkel van het leven, vanwege het doorgeven van nieuw leven.
    Hoe zie jij dat?

    1. Hoi Monique, ik ga eens een boek van haar lezen! Ik denk dat het vrouwelijke en het mannelijke wel wat meer in balans mogen zijn, zonder daarbij in feministische dogma’s te lopen. Ik ben hierover nog erg mijn gedachten aan het vormen!

  2. Ik kan het niet laten om toch even te reageren.

    Ik ben Rooms-Katholiek opgevoed (ben zelfs misdienaar geweest…) maar later van het geloof gevallen. Ik zou mezelf nu eerder agnost of boeddhist noemen. Ondanks dat hebben we onze kinderen altijd uit de kinderbijbel voorgelezen. Onze dochter had er zelfs een luisterboek (cassettebandjes) van. Niet om ze het geloof bij te brengen maar om ze bekend te maken met dit stuk folklore. Onze maatschappij is ervan doordrenkt, je kunt er niet omheen. Ze hebben dat altijd gewaardeerd dat ze de kennis mee kregen. Ze zijn beide niet gelovig nu.

    Overigens hebben we ook de Koran en de Kabbala in huis staan. Maar ik ben het met je eens dat deze erg vrouwonvriendelijk zijn. Nog een leestip; Guus Kuijer heeft in een aantal delen de Bijbel voor Ongelovigen geschreven. Geeft geen antwoord op de diepere betekenis maar is wel heel goed leesbaar.

    Succes met je zoektocht.

    1. Hoi Hans, je kunt er inderdaad niet omheen merkte ik, het voelt als een verbreding van mijn begrip van de wereld dat ik nu weet wat er in de Bijbel staat. Die van Guus Kuijer ken ik inderdaad, ik heb geloof ik alleen het eerste deel gelezen. Ik vond ook dat juist weer wat inzicht geven omdat hij de verhalen op zo’n manier hervertelt dat ook zijn interpretatie er in doorschemert.

  3. Hoi Mieke, mooi geschreven. Ik denk dat om de bijbel te zien als Woord van God en de grootsheid van het offer van Jezus te voelen, je moet accepteren dat de mens geneigd is naar het ‘niet goede’ het zelfdestructieve uiteindelijk. Zonde genoemd. Daarom kwam Jezus zodat de weg naar God vrij kwam. En als je accepteert dat een mens God nodig heeft, dan voel je het offer van Jezus. Dat is het verschil tussen het daadwerkelijke voelen, dat het je raakt, en het alleen een mooi verhaal vinden. Daar komt het geloven om de hoek kijken. Zelf heb ik ook wat moeite met de positie van de vrouw. Maar ik denk dat dit komt omdat in de geschiedenis de vrouw een ondergeschikte rol had en schrijvers vaak man waren. In de bijbel vervulden vrouwen wel vaak een sleutelrol. Zonder deze vrouwen liep de bijbelse geschiedenis dood. En in de bijbel is het ook duidelijk dat de vrouw door de man ge eerd moet worden en gelijk staat aan de man. Jezus sprong vaak voor vrouwen in de bres. In onze eigen taal wordt ook alles hij/ mannelijk genoemd tenzij duidelijk vrouwelijk. Dat stoort mij sowieso. Maar mooi onderzoek hoor en echt een goede eigenschap dat je zo nieuwsgierig bent! Veel van je stuk geleerd! Groetjes Saskia

    1. Hoi Saskia, fijn dat je zo’n uitgebreide reactie geeft! Ik begrijp goed wat je bedoelt. Zo leer ik op deze manier ook weer van jouw stuk :)

  4. hi Mieke, mooie uitdaging ben jij aangegaan met het lezen van de Bijbel. Knap ook hoe je dit weet te verwoorden. Wat mij aanspreekt in de Bijbel is het getuigenis van een persoonlijke God die mij als individuele mens op het oog heeft. God zoekt mij terwijl ik me andersom vaak liever voor Hem afsluit. De personages in de Bijbel zijn in al hun talenten en tekortkomingen onderdeel van Gods plan. Vaak zijn het geen onbereikbare helden maar eenvoudige mensen zoals jij en ik die een belangrijke taak krijgen (vaak tegen hun gevoel in!) en hierdoor kunnen ze ons ook raken en inspireren. Geloof is iets wat ik niet hoef te verdienen of waarvoor ik heel hard moet werken maar is iets wat ik mag ontvangen. Bekering waarover je in de Bijbel vaak leest is hierin meestal geen eindpunt maar een beginpunt van een levenslange zoektocht/relatie opbouwen met God via Jezus. Je bent een soort pelgrim die lang niet alles weet maar die wel ergens naar op weg is en die mag weten dat hij of zij! niet alleen gaat. Wat betreft vrouwenrechten mag Jezus een voorvechter genoemd worden maar hoe de man-vrouw verhoudingen precies geduid moeten worden in de Bijbel weet ik niet zo goed. Groetjes Ben

    1. Hoi Ben, mooie reactie! Daar zitten veel wijsheden in die ik wel een mooie beleving van het geloof vind.