De prehistorische vrouw zat niet de hele tijd op de kinderen te passen

Wat is natuurlijk? Hoe was het ooit bedoeld? De vermeende antwoorden op deze vragen verdelen mensen al jaar en dag. Menig oorlog is uitgevochten omdat de ander niet volgens ‘de bedoeling’ leefde. De cultuur die we samen scheppen, wordt in grote mate bepaald door ideeën over hoe het hoort. Het zit in wat we als goed voedsel beschouwen, hoe we werk verdelen, welke wetten we opstellen, waar we ons geld aan besteden en ook, ontdekte ik rond de zwangerschap, hoe het ‘hoort’ als we een baby hebben. Vaak verwijzen we naar de prehistorie. Toen was alles slechter of beter, het is maar net aan wie je het vraagt. De oermens wijst ons de weg, terug naar hoe het hoort, of vooruit naar een betere toekomst. Maar wat weten we nu eigenlijk? Onze denkbeelden van de prehistorie blijken nogal eenzijdig en hardnekkig.

In 2022 kwam Mevrouw Sapiens uit, een boek over de vrouw in de prehistorie. Het vat de nieuwste kennis samen over haar uiterlijk, gedrag, seksualiteit, gezin, werk en macht. In tegenstelling tot veel andere boeken over de oervrouw is het geen semiwetenschappelijk onderbuikgevoelboek, maar getoetst en getoetst en nog een keer getoetst zodat er alleen in staat wat met archeologisch bewijs kon worden onderbouwd. Dat leidt tot interessante inzichten. Met als belangrijkste conclusie: de prehistorische samenleving moet extreem divers zijn geweest. Een mooiere kun je niet bereiken, vind ik. Want diversiteit lijkt de enige constante in de geschiedenis van de mens.

Sterk en goed doorvoed

Met dat gegeven zijn er wel een aantal algemeenheden te vertellen, en daar zijn we natuurlijk benieuwd naar! We weten steeds meer van Mevrouw Sapiens. En met Mevrouw Sapiens ook van Meneer Sapiens en Kleine Sapiens, want mannen, vrouwen en kinderen horen bij elkaar, hebben altijd bij elkaar gehoord en altijd allerlei rollen vervuld. Ze kunnen niet zonder elkaar. Het boek beschrijft hoe met behulp van DNA-onderzoek en geavanceerde computertechnieken oude vondsten weer nieuwe geheimen prijsgeven over onze voorouders.

Het begint met het uiterlijk van mevrouw sapiens. Prehistorische vrouwen waren over het algemeen slank en hadden een zwarte huid, kroeshaar en blauwe ogen. We denken vaak dat mensen een witte huidskleur kregen nadat ze uit Afrika wegtrokken en Europa bevolkten omdat zwarte mensen in onze contreien niet voldoende vitamine D aan zouden maken. Maar dat blijkt niet waar. De vroege mens at veel vet vlees waar ook vitamine D in zit en had helemaal geen witte huid nodig (de Inuit hebben nog steeds een donkere huid ondanks dat ze boven de poolcirkel leven). De verandering in huidskleur kwam met de komst van de landbouw, rond 6.000 v. Chr. Door een verandering in voeding kreeg de mens niet meer voldoende vitamine D binnen en daarom werd de huid steeds lichter.

De prehistorische mens was sterk en goed doorvoed. Ondervoeding kwam weinig voor. De grootste bedreiging voor het leven van een vrouw was bevallen. Het boek beschrijft hoe essentieel het was voor het voortbestaan van de groep dat vrouwen goed gezond waren. Archeologische vondsten laten ook zien dat abortus in die tijd al bestond. Als een zwangerschap een gevaar voor de vrouw of de groep opleverde, werd soms een poging gedaan om deze af te breken. De prehistorische vrouw wist welke planten ze hiervoor moest gebruiken.

Vijf à zes kinderen

Waar het boek naartoe werkt, is niet alleen een beeld van de vrouw, maar het wegnemen van clichés over de rolverdeling tussen mannen en vrouwen. De belangrijkste: de man jaagt en houdt de stam in leven, de vrouw sprokkelt wat bessen bij elkaar en zorgt voor de kinderen. Het bevragen van dit soort clichés voelt al snel als een feministische verborgen agenda, maar het sterke van dit boek is dat het een open onderzoekende houding aanneemt. Het is trouwens ook geschreven door een man.

Wat ik het meest opzienbarend vond, is dat onderzoekers de prehistorische gezinsgrootte kunnen schatten. Analyse van tanden van Homo erectus (2 miljoen jaar oud) laat zien dat kinderen tot hun vierde jaar (!) voornamelijk moedermelk kregen. En aangezien vrouwen niet erg vruchtbaar zijn als ze borstvoeding geven, kregen ze vermoedelijk elke vier à vijf jaar een kind. Het gezin zou daarmee maximaal vijf tot zes kinderen hebben die flink van elkaar in leeftijd verschilden.

Vrouwen waren dus niet alleen maar bezig met het produceren van nageslacht, zoals er wel eens oneerbiedig wordt gesuggereerd. Natuurlijk zitten er wat nuances aan de geschatte gezinsgrootte, want kinderen overleden vaker waardoor een vrouw mogelijk weer sneller zwanger was. En de aanname dat vrouwen die borstvoeding geven onvruchtbaar zijn, is niet helemaal waterdicht, zoals de verloskundige me like duizend keer op het hart gedrukt heeft, maar het is ook niet onwaar. Los daarvan vinden de onderzoekers een kleine prehistorische gezinsgrootte met relatief weinig baby’s logisch vanwege het fysiek zware leven en de vele verplaatsingen.

Baby’s dragen en kunst scheppen

Vrouwen zaten niet de hele dag met hun zwangere buiken langs de rivier baby’s te voeden en op rondrennende kinderen te passen, wachtend tot de mannen met hun speren en spieren thuiskwamen. Ik kwam dit beeld laatst tegen in een tijdschrift door iemand die daar naar ‘terug’ verlangde. Maar dat is een droombeeld (of voor sommige mensen een schrikbeeld). De jacht op groot wild was van ondergeschikt belang voor de voedselvoorziening. 50 tot 70% van de caloriebehoefte kwam van andere bronnen, zoals planten, zeevoedsel en klein wild, wat veelal werd verzameld door vrouwen. Er zijn aanwijzingen voor prehistorische babydraagmanden gevonden zodat vrouwen hun handen vrij hadden. Die handen gebruikten ze ook om steen te houwen, graan te malen, beenderen en huiden te bewerken, kleren te maken en kunst te scheppen.

Maar er is meer. Onderzoekers vroegen zich af: wat voor evolutionair nut heeft het dat vrouwen nog zo lang leven nadat ze niet vruchtbaar meer zijn? We gaan er vaak vanuit dat mensen in de prehistorie niet oud werden. In werkelijkheid gingen er meer mensen dood, maar de mensen die bleven leven konden oud worden. Het nut van oudere vrouwen is dat ze zo verschrikkelijk veel werk kunnen verzetten omdat ze niet meer gebonden zijn aan hun eigen kleine kinderen. En ze konden op de kinderen van anderen passen zodat ook jongere vrouwen op pad konden. Waar we nu kinderopvang met euro’s betalen, betaalde de prehistorische samenleving met een blijvende plek in de groep.

De reden dat we überhaupt vragen stellen over evolutionair nut geeft al aan dat we er van overtuigd zijn, of waren, dat de prehistorische mens alleen met overleven (taak van de man) en voortplanting (taak van de vrouw) bezig was. Ze was veelzijdiger dan dat. De kunst, kleding, sieraden en gereedschappen die onze voorouders maakten waren verfijnd en van materialen waar ze soms dagen voor moesten reizen. De prehistorische mens had tijd, of gunde bepaalde leden van de groep tijd, om zich creatief uit te drukken en persoonlijk te ontwikkelen.

Diversiteit

Het boek staat vol met dit en ander soort boeiende wetenswaardigheden over onze voorouders. Ze lijken allemaal nogal logisch, maar toch verschuift tijdens het lezen langzaam je beeld over wat evident ‘natuurlijk’ of ‘de bedoeling’ is.

Daarom is die eerder genoemde conclusie zo mooi: de prehistorische samenleving moet heel divers zijn geweest. Er was misschien een stam waar vrouwen er niet toe deden. Er zal ook een stam hebben bestaan waar mannen er niet toe deden. Er zullen grote en kleine gezinnen zijn geweest. Ze hadden meer of minder kennis van medicinale planten. Wat bij de ene stam een vrouwentaak was, was bij de andere een mannentaak. En mensen zullen kunst wel of niet gewaardeerd hebben.

Er is niet één natuur. En daarmee is het eigenlijk net als nu. Er zijn grote gemene delers, maar verder is het maar net welke norm je met elkaar bepaalt.

Eén reactie op “De prehistorische vrouw zat niet de hele tijd op de kinderen te passen”

  1. Klinkt als een heel leuk boek. Doet me ook denken aan mijn favoriete boek (Ishmael van Daniel Quinn) en The Dawn Of Everything (waar ik alleen nog stukjes uit gelezen heb).