Een ecodorp: zou dat wat zijn?

Tijdens de bouw van ons huis merkten we het al: we missen soms gelijkgestemden om ons heen. Mensen die ook groen bouwen en van buitenleven houden, waarmee me gereedschap en wasmachines kunnen delen, en samen op kunnen trekken. Daarom wilde ik al een tijdje bij een ecodorp kijken, om te ervaren hoe dat is. Op doorreis naar de Alpen kampeerden we een week bij Ecolonie in de Vogezen.

Ecolonie is een fors dorp. Het heeft 40 hectare eigen grond in eigendom en pacht er nog eens 25. Er komen jaarlijks honderden vrijwilligers op af om een week of meerdere maanden mee te werken. Ook heeft het dorp vaste bewoners. Ze hebben een geitenboerderij, groentetuin, kruidentuin en atelier, maken kaas, brood, honing en verzorgingsproducten, organiseren festivals en herbergen gasten en je kunt er van alles leren over terreinbeheer, ecobouw en oude ambachten. Het was voor ons nogal een wisseling van perspectief, van ons kleine zelfbouwproject naar zo’n grote woongemeenschap.

We zetten ons tentje op een rustige plek tussen de bomen naast een poel vol kikkers, hopend dat zij eventuele geluidsoverlast van Heike zouden overstemmen. In deze tijd van het jaar waren er nog maar een paar andere kampeerders, waar dat er in de zomermaanden wel tweehonderd kunnen zijn. Aan de ene kant was het ontspannen dat er weinig kampeerders waren, aan de andere kant voelde het soms wat scheef omdat verder vrijwel iedereen om ons heen hard aan het werk was. Wij wandelden naar bosmeertjes, zaten in het gras en schoven aan bij de maaltijden terwijl de vrijwilligers veertig uur per week werkten.

Het werk verliep volgens strak georganiseerde schema’s waarbij iedereen ‘s ochtends een lijst met taken kreeg. Elke paar uur ging er een bel voor een eet- of theepauze, zoals in een klooster. Er zit een ritme in de dag dat structuur schept in het megaproject. Ik vond het erg rustgevend, Erik kreeg er de kriebels van. Voor mij was het vergelijkbaar met een fietsreis maken. Je levert een fysieke inspanning, maar je hoofd is leeg, het leven is simpel, alles wat je doet heeft zin en je ziet direct resultaat van je werk. Ik vond het ook heerlijk om ergens bij te horen. Het zijn precies die dingen die ik in het gewone leven wel eens mis.

Ik merkte op sommige momenten dat ik wel wilde ruilen. Dat kwam ook omdat het met Heike nog intensiever was dan thuis. We ontdekten hoe leuk ze dynamiek, bedrijvigheid en andere mensen vindt. Ze lachte naar iedereen en maakte een hoop lawaai tijdens het eten. Ze wilde continu vermaakt worden, sliep alleen in de draagzak en had net leren rollen waardoor we haar geen moment meer alleen konden laten. De meeste mensen vonden haar erg schattig. Ik vond het moeilijk om de hele tijd sociaal te zijn, alle indrukken te verwerken en tegelijkertijd voor Heike te zorgen. Een week later, in de Alpen, kwamen we er achter dat het ontspannender is om Heike in de draagzak te stoppen en gewoon te gaan wandelen, in plaats van teveel tijd op eenzelfde plaats door te brengen.

Er waren ook de lastige dingen die horen bij het wonen in een gemeenschap: die paar mensen waarmee je het niet zo goed kunt vinden maar die je overal tegenkomt, de dingen die je zelf anders zou doen en de ideeën die niet helemaal aansluiten bij die van jezelf. We hadden soms moeite met de vorm van spiritualiteit die over het geheel hing. Niemand sprak daar met zoveel woorden over, maar de bibliotheek lag vol met boeken over astrologie en chanelling, op de velden stonden bouwwerken en kristallen die levensenergie in goede banen moesten leiden, de gebouwen droegen afbeeldingen van labyrinten en spiralen en de mensen hadden, naast het strakke schema, niet echt een groter plan maar waren hier om te ontdekken wat het leven op hun pad zou werpen. Het contrasteerde soms sterk met de gespierde, nuchter ogende landwerkers, timmerlui in versleten fleecetruien, de coloradokevers die dood moesten en het wagenpark vol auto’s, grasmaaiers en andere machines die een semi-modern dorp nodig heeft om te kunnen bestaan.

‘Met het hoofd in de wolken en beide benen op de grond’, staat er in Ecolonies visie. Die beide benen op de grond moeten wel als je 65 hectare wilt onderhouden en deels zelfvoorzienend wilt leven. En dat lukt ze. Ik vind het gaaf dat het ook anders kan, tegen alle scepsis van de buitenwereld in. Maar de spiritualiteit was me hier wel erg on-aards, een beetje teveel in de wolken. Waar zij in een wereld van aura’s en engelen leefden, zagen wij vooral kevers en kikkers hun magische zelf zijn. Mijn bezielde-natuurbeleving blijft net wat dichter bij de grond, merkte ik.

Toch weerhield het me er niet van om me hier op een bepaalde manier thuis te voelen. Ik begreep het ook wel. Woongemeenschappen kunnen alleen bestaan als je voor je overleven van elkaar afhankelijk bent of een sterke gedeelde overtuiging hebt. We hoorden dat Ecolonie in de beginjaren worstelde om de boel bij elkaar te houden, tot ze een duidelijke visie op papier zetten. Sommige mensen trekt dat aan, anderen stoot dat af, en zo blijft er een vaste kern over die het dorp in stand houdt en laat groeien.

In gestolen minuten filosofeerden we over of een ecodorp nou wat voor ons is. Er zijn natuurlijk vele vormen om zoiets te doen. Ooit droomden we van een groot terrein met groentetuin, workshopruimtes, camping en kampvuurplaats, maar daar kwamen we al eerder langzaam van terug. Hier begrepen we weer waarom: het is verschrikkelijk veel werk. We zouden het misschien samen met anderen willen, op termijn, maar dan kleinschaliger en vanuit een andere basisfilosofie. Wat die precies is, weten we nog niet. Het zou vooral om de natuur, het buitenleven en het creatief-ambachtelijke draaien.

6 reacties op “Een ecodorp: zou dat wat zijn?”

  1. Leuk om te lezen. Het is niet nieuw. Je kent vast het boek Meander wel, van Tessa de Loo. Het idee is niet nieuw maar je hebt echt gelijkgestemden nodig om het te laten werken. Het idee spreekt me wel aan maar ik denk dat ik nu te oud ervoor ben.

    1. Ik ken het boek van Tessa niet, maar ik heb wel verschillende andere boeken gelezen over dit soort gemeenschappen. Ik las ook ooit in een boek dat het zelfs op basis van gelijke idealen heel erg moeilijk is om zoiets te laten werken, en dat het eigenlijk alleen slaagt als je voor je overleven van elkaar afhankelijk bent. Maar het lijkt Ecolonie wel goed te lukken, want zij bestaan al sinds de jaren ’80.

  2. carla de brieder avatar
    carla de brieder

    Interessant stukje Mieke, dit moet je wel allebei willen, lijkt mij.
    Is er zo’n ecodorp in Nederland?
    Groetjes

    1. Hoi Carla, er zijn ook ecodorpen in Nederland, en er zijn heel veel verschillende vormen, van groot tot klein en allemaal met net een andere focus. Dit ecodorp was in Frankrijk.

      1. In Olst bij Deventer is bijvoorbeeld ook een ecodorp op basis van de ,,earhtship,,filosofie

      2. Ja, die ken ik! Die zie je altijd vanuit de trein naar Zwolle.