Je kunt ecologisch bouwen, ecologisch wonen en ecologisch leven. Die woorden klinken veelbelovend maar zijn nogal leeg. Ecologisch kan van alles betekenen. Bijvoorbeeld dat je zo min mogelijk CO2 uitstoot, zoveel mogelijk tweedehands materialen gebruikt of natuurlijke materialen, dat je alles op de fiets doet, zonnepanelen installeert, klein woont of een wilde tuin aanlegt. Iedereen doet het op zijn eigen manier, vanuit zijn eigen belangen, mogelijkheden en ideeën over wat goed is voor de wereld.
Wat is er ecologisch aan ons huis. En wat (bewust) niet?
De basis
Klein wonen
Het hele bouwproject begon met ons uitgangspunt om klein te wonen. Een klein huis vraagt simpelweg minder energie en minder bouwmaterialen.
Waarom bouwen als je ook iets kunt kopen dat al bestaat? Het punt is dat er momenteel weinig te koop of te huur is in Nederland. Maar wat voor ons belangrijkers was, is dat we graag wilden bouwen. Mensen hebben dat eeuwenlang gedaan en het voelt natuurlijk om iets met eigen handen te maken.
Natuurlijk wonen
Het tweede uitgangspunt was om zoveel mogelijk natuurlijke materialen te gebruiken. Hout, vlas, klei, steen. We wilden een huis dat ademt (dampopen) en weinig energie verbruikt. Ook vind ik het een mooi idee als het hele huis composteerbaar of herbruikbaar is. In grote lijnen is dat gelukt. In de details zitten nog wel wat niet-biologisch afbreekbare materialen zoals pur, kit, schroeven, cementlijm en plastic.
Materialen


Binnen
- Cementdekvloer afgewerkt tot leefvloer
- Aftimmering plafonds met Nederlands populierenhout: Peppelhout
- Houtvezelisolatie binnenwanden: Steico
- Isolerende gifvrije tape tegen energielekken: Siga
- Afdichting binnenwanden met natuurlijk gipsvezelplaat: Fermacell
- Afwerking wanden met leemstuc: Tierrafino basisleem

Installaties
- Warmtepomp: Inventum Ecolution Modul-AIR
- Zonnepanelen 10 stuks: LONGi 360 Wp
- Houtkachel 90% rendement: Rocket Stove Lite V2
De details
Hout
Ons huis is vrijwel volledig van naaldhout. Een klein deel daarvan – de kozijnen en de voordeur – zijn gelakt. De buitenwanden zijn thermisch behandeld en het binnenhout is geolied. De isolatie in de muren bestaat uit houtvezel en in het dak zit vlas.
Het is trouwens een vergissing dat hout het duurzame materiaal bij uitstek is. Er wordt op dit moment massaal met hout gebouwd omdat dat goed scoort in de verplichte milieuberekeningen die veel overheden en aannemers moeten maken. Maar hout is alleen duurzaam als je voldoende bos terugplant, de bossen goed beheerd worden, het hout op een ecologische manier behandeld wordt zodat het een lange levensduur heeft en het niet over te grote afstanden verscheept wordt.
Wij vonden hout mooi en wilden met hout leren werken. Maar we hadden ongetwijfeld ook op een andere manier ecologisch kunnen bouwen met lokale materialen of afval, zoals klei, stro, hergebruikte stenen en autobanden.
Het hout in ons huis komt uit duurzaam beheerde bossen en door de thermische behandeling heeft het een lange levensduur. We hebben er bewust voor gekozen om alleen Europees hout te gebruiken en geen tropisch hardhout.
Beton, dakpannen en cement
Waar ik minder blij mee ben, is onze plaatfundering van staalvezelbeton en piepschuim. Beton heeft een hoge CO2-impact. Het kan deels gerecycled worden, maar erg duurzaam is het niet. Er zijn alternatieven, zoals glasgranulaat. Wij hebben dat niet gebruikt omdat het teveel uitzoekwerk was. Alternatieven zijn nog niet gangbaar en hadden veel extra geld gekost. We kozen deze fundering omdat die in de passiefbouw gebruikt wordt vanwege zijn hoge isolatiewaarde. Dat laatste maakt hem in zekere zin dan wel weer duurzaam.
Ook de dakpannen gingen niet helemaal als gedroomd. We wilden graag tweedehands pannen gebruiken maar die zijn duurder (collectors item) en de aannemer wilde ze niet leggen (de meeste aannemers willen dat niet omdat het veel extra tijd kost – tweedehands dakpannen hebben geen vaste maat). We hebben nog overwogen om ze zelf te leggen, maar dat bleek een te grote klus en achteraf ben ik daar blij mee. De aannemer heeft ze nu gelegd terwijl de stijgers nog stonden en het huis was binnen no-time waterdicht.
Verder zijn onze keramische dakpannen best ecologisch. Ze worden gemaakt van Nederlandse zee- en rivierklei. Het is een hernieuwbare grondstof en de dakpannen gaan lang mee. Alleen het bakken op hoge temperatuur zorgt voor groot energieverbruik en CO2-uitstoot.
Onze vloer is een cementdekvloer. Weer cement dus. We hebben daar lang over nagedacht. Hier zijn ook weer allerlei alternatieven, zoals bamboe en kurk. Liefst wilden we oude houten planken. Maar we wilden ook dat onze vloerverwarming optimaal zou werken. De meeste vloeren isoleren te goed waardoor de warmte de fundering in trekt in plaats van de woning. De cementvloer moest er toch in – want er moet een afwerkvloer op de verwarming worden gestort – en we besloten die dan ook maar zo te laten. We hebben hem laten bewerken tot woonvloer door hem te polijsten en impregneren.
Leem
De binnenmuren werken we af met leemstuc. Leem is een mengsel van zand, silt en klei. Als je het aanlengt met water, krijg je een pasta die je op de muur kunt smeren als stucwerk. Het is simpel en aards. Als je het natmaakt, kun je het van de muur afhalen en opnieuw gebruiken. De leemresten die achterblijven in de mengkuip, gieten we over de tuin uit. Leem is erg vruchtbaar.
Leemstuc heeft een bio-stempel. Het wordt gewonnen in Europese klei- en zandgroeven en de hoofdproductie vindt plaats in Münster, in de buurt van het drielandenpunt. Het zit me nog niet helemaal lekker dat er gesleept wordt met grond en zo vruchtbare aarde wordt verplaatst (hetzelfde geldt voor tuinaarde en potgrond), maar hier geldt weer hetzelfde als voor hout: het zou mooi zijn als we het op eigen terrein konden produceren/winnen, maar dat kan simpelweg niet op het kleine stukje grond waar we wonen.
Energieneutraal
Een van onze uitgangspunten voor ecologisch wonen is om zo min mogelijk energie te gebruiken. Ik heb daar eerder al uitgebreid over geschreven: Energieneutraal wonen, de duurzame mythe.
Het klinkt misschien gek, maar we hebben ons best gedaan zo min mogelijk zonnepanelen en de kleinst beschikbare warmtepomp te installeren. Een huis met moderne techniek is niet per definitie duurzaam. Want al die techniek moet geproduceerd en onderhouden worden, vaak ten koste van het landschap en andere mensen (het is zo erg dat er al gesproken wordt van ecokolonialisme).
Dus ja, we zijn van het gas af en we wekken onze eigen stroom op. Maar we zijn ons er ook van bewust dat we altijd iets moeten verbranden – gas, hout – om in de koude en donkere periodes aan elektriciteit te komen. Zo min mogelijk elektriciteit gebruiken is de belangrijkste stap die nog genomen moet worden in de duurzame energierevolutie, en dat is wat we nastreven.
Water
We zijn van plan twee regentonnen op de regenpijpen te installeren en de rest van het regenwater wordt naar onze wadi in de achtertuin geleid. Een wadi is een soort brede greppel die het grootste deel van de tijd droog staat en bij stortbuien als waterbuffer functioneert.
Mensen vragen waarom we ons regenwater niet gebruiken in huis, bijvoorbeeld om de wc door te spoelen. De reden is dat we geen kruipruimte hebben, dus geen ruimte om het water op te slaan (vaak in een grote zak met filter erop). Een ondergrondse waterbuffer aanleggen was simpelweg te duur.
Hetzelfde geldt voor een warmteterugwininstallatie in de douche. Het ging hier om relatief hoge extra kosten voor weinig rendement omdat we maar weinig douchen. Wel kopen we een doorstroombegrenzer zodat de douche minder liters water per minuut verbruikt.
En tot slot hebben geen composttoilet. Het was vergunningstechnisch te ingewikkeld en ons perceel is veel te klein om de compost te kunnen verwerken. Als we ooit wat landelijker wonen, wil ik er wel een proberen om nog meer off-grid te leven. Ook wil ik het watersysteem dan wat verder uitdenken, meer hergebruiken, een grotere buffer onder de grond aanleggen of bijvoorbeeld een helofytenfilter maken.
De bouw
Ecologisch bouwen kan zover gaan als alleen met elektrische machines werken, alles op de fiets vervoeren of alles met de hand doen. Maar bij ons gaat het er vrij traditioneel aan toe. Ja, we halen vaak spullen met de fietskar op. En Erik zaagt veel met de hand. Maar ik heb ook al heel wat vrachtwagens, graafmachines en bestelbusjes voorbij zien komen.
Tweedehands en restmaterialen
Een nieuw huis bouwen met tweedehands materialen kost (heel) veel tijd. Wat het lastig maakt, is dat we in de tussentijd een ander huis nodig zouden hebben, dus dubbele maandlasten. Ook zouden we moeite hebben om een aannemer te vinden (dat was nu al lastig) en om aan de vergunningseisen van de gemeente te voldoen.
Wij gebruiken in de afwerking en inrichting wel tweedehands materialen. Zoals gebakken klinkers in de tuin, Portugese tegels in de badkamer, een brievenbus en een tijdelijk aanrechtblad van Marktplaats. In onze technische ruimte hebben we voorraadplanken gemaakt van resthout. Voor de inrichting hebben we een tweedehands bank en lamp gekocht.
De tuin
De tuin moet een biodivers eetbaar paradijs worden. Nu al eten we het onkruid dat er staat en composteren we ons groenafval.
Het huidige voedselsysteem is een van de meest verziekte en onduurzame systemen op aarde en daar willen we wat aan doen. We kunnen niet alles zelf verbouwen. Vanaf 250 vierkante meter kun je je eigen koolhydraten telen en als je ook dieren wilt – die je nodig hebt om je planten te kunnen bemesten – wordt dat oppervlak snel groter. We willen ook niet alles zelf telen, want andere mensen kunnen dat beter, efficiënter en met net zoveel respect en aandacht. Daarom zijn we mede-eigenaar van een biologische voedselcoöperatie.
De conclusie
Op de eco-bouwschaal scoren we waarschijnlijk ‘goed geïnformeerde beginner met beperkte middelen’, en dat zijn we ook. Op de traditionele-bouwschaal scoren we ‘zeer afwijkend’. Dat is goed. Dat zou de norm mogen worden.