In de moestuinwereld houden ze er niet over op: compost is onmisbaar voor je tuin. Je kunt geen filmpje kijken zonder het te horen. In een tuinboekje van Bob Flowerdew (heet die man echt zo?) is de eerste zin: ‘Compost is fantastisch materiaal’. Want: ‘Het maakt de grond vruchtbaarder, houdt vocht vast, voedt de planten en houdt veel ongedierte en ziekten onder controle’. Bijkomend voordeel is dat je gft-afval niet langer afval is.
Ik had mijn bedenkingen. Ik heb een balkon, dus wat heb ik aan compost? Is het niet efficiënter om het op grote schaal te maken zodat tuinders het kunnen gebruiken? Hebben mijn buren er geen last van? Toch wilde ik het proberen, al was het alleen om het experiment en vast te leren wat wel en niet werkt voor als we straks een moestuin hebben. Ik begon op kleine schaal met een melkpak in de vensterbank en schakelde na veel Youtube-instructies over op een wormentoren.
Natuur imiteren
Toch kon ik maar niet begrijpen wat compost nou is. Is het aarde? Is het potgrond? Is het voeding dat er uitziet als grond? Tot ik ging nadenken over hoe het in de natuur werkt. Grond of bodem zijn de resten van afgebroken gesteente. Van groot naar (heel) klein: grind, zand, silt en klei. Een uitzondering is veen dat niet uit gesteente maar door afbraak van plantenmateriaal in moerasachtige omstandigheden ontstaat. Zo’n bodem wordt niet vanzelf vruchtbaar, daar is een tweede stap voor nodig. En dat is het verteren van materiaal dat ooit geleefd heeft, op de bodem valt en door beesten worden omgewoeld en verder afgebroken. Het kost miljoenen jaren om gesteenten af te breken tot grond. En nog eeuwen of decennia voordat verteerd groenmateriaal de bodem van textuur verandert en voor een rijk bodemleven zorgt die planten weer gebruiken om te groeien.
Een tuin is een kunstmatige verzameling planten, bomen en dieren die, in het geval van ecologisch tuinieren, de natuur zoveel mogelijk probeert te benaderen. Maar een tuinier heeft geen tijd om te wachten tot de bodem door afbraak van organisch materiaal vanzelf vruchtbaar wordt. En in een moestuin wordt de grond veel intensiever beplant dan in een natuurlijke situatie gebeurt. Om de bodem gezond te houden is daarom verse aanvoer van organisch materiaal nodig. Daarom composteren tuinliefhebbers zo fanatiek.
Een bij-effect is dat je groenafval op magische wijze wordt omgezet in een nuttige grondstof. Voor de een is een gezonde bodem de belangrijkste reden om met composteren te beginnen, voor de ander het verminderen van afval.
Methoden voor balkon en kleine tuin
Er zijn honderdduizend manieren om compost te maken. Op een hoop, in een kuil, in een plastic emmer of bak, in een draaiende ton, onder hoge druk, met wormen, met slakken, met kippen en kwartels of door fermentatie (bokashi). Een gewone compostbak neemt veel ruimte in beslag, lekt vocht en trekt ongedierte aan. Voor het balkon of in een kleine tuin is dat niet zo handig. Daar zijn eigenlijk maar twee opties: een kleine, gesloten bak zonder wormen of met wormen. Die laatste is het makkelijkste omdat de wormen ervoor zorgen dat het proces wat sneller gaat. Het enige wat je hoeft te doen is ze voeren.
Een alternatief is een bokashi-emmer waarin je keukenafval fermenteert. Het fermentatieproces wordt door micro-organismen gedaan die je bestelt en los toevoegt. De emmer kan gewoon in de keuken staan en ook dit proces gaat snel. Het resultaat is alleen geen compost. De afvalresten zijn nog duidelijk herkenbaar en moeten in de grond worden ingegraven voor verdere afbraak.
De wormentoren
Volgens de handleiding composteren wormen 3 tot 5 keer hun eigen gewicht per week. In een wormenbak gaat bij de start een halve kilo wormen. Die eten dus ongeveer 250 gram afval per dag, of 2 kilo per week.
Onze toren is een plastic ding met drie compostbakken, een lekbak en een kraantje voor de afvoer van vocht. Je kunt ze kant en klaar kopen (zie WormWorks of de Balkonton) of zelf maken van plastic kratten. Youtube staat vol met instructievideo’s.
Het composteren begint in de eerste bak. De wormen krijgen een voedingsbodem om mee te starten, langzaam mag daar groenafval bij en als ze lekker op dreef zijn hebben ze na een maand of twee het grootste deel omgezet in zwart spul. Als de eerste bak vol is, kan de tweede er bovenop. In de onderkant zitten gaatjes waardoor de wormen vanzelf omhoog kruipen op zoek naar nieuw eten. Als ook die bak vol is, volgt de derde. De eerste bak is dan waarschijnlijk wel klaar. De inhoud gaat over de tuin en daarna kan de lege bak weer bovenop de toren. Zo kun je de bakken eindeloos roteren. Het vocht dat uit het kraantje komt, vang je in een fles op. Dat kan als een soort Pokon, verdund met water, als voeding over de tuin of kamerplanten.
De bak is een gesloten systeem met een deksel. Het enige dat er uitlekt, is de wormenthee en dat gaat schoon en gecontroleerd via het kraantje. Stinkt de bak? Nee. De buren merken er dus niks van. Komen er vliegjes op af? Soms, als er teveel fruitafval op ligt. Door er slierten krantenpapier overheen te leggen, los je dat probleem op. En kun je nog op vakantie? Ja, wormen zijn makkelijke huisdieren. Bij veel eten en goede temperaturen vermenigvuldigen de wormen zich vanzelf. Ze passen hun populatie aan aan de hoeveelheid eten. Een wormentoren kan zich wekenlang redden zonder aandacht.
Geduld
Het begin was wel moeilijk en traag. De wormen waren een beetje zielig. Ze kwamen in een luchtdoorlatende zak in een doosje van Post NL terwijl de bak vertraagd was. In een koele ruimte zouden ze in die zak wel een paar weken overleven. Dus lagen de wormen op een plankje in de berging te wachten op de sappige voedingsbodem die maar niet kwam. Voor sportvissers schijnt dat normaal te zijn, die bestellen aan de lopende band wormen met de post en leggen ze dan in de koelkast. Maar ik was dat niet gewend. Later zag ik dat je wormen ook kunt ophalen bij mensen die al een goed werkende wormenbak hebben.
Toen de wormen eenmaal in de bak zaten moesten ze twee weken wennen. Dat schijnt normaal te zijn. Ze wilden de bak uit. Wormen houden niet van licht, dus als je de deksel eraf haalt schieten ze vanzelf de diepte in. Maar dat werkt ‘s nachts niet. Ik moest die eerste twee weken een lampje bij de bak laten branden om te voorkomen dat ze er vandoor gingen (en op het genadeloos voedselarme beton van mijn balkon aan het einde van hun leven kwamen). Dus hing ik elke avond een fietslamp aan de schutting. Wat moeten de buren wel niet gedacht hebben.
Na die periode gingen ze druk aan de slag en kwam het niet meer bij ze op om uit de toren te klimmen. Ik ontdekte dat het beter is om het groenafval zo klein mogelijk te maken, dus als Erik aan het koken is sta ik de resten fijn te hakken. Ook werd de bak na een week flinke regen veel te nat. Nu heb ik er een plastic zeil overheen gespannen. Af en toe schep ik de bak om zodat er voldoende zuurstof bij kan.
In de zomer kwam een tweede klap voor de wormen. Veertig graden in de schaduw, drie weken lang. De wormen kruipen dan zo diep mogelijk in de aarde om verkoeling te vinden en zijn niet actief meer.
De toren zou voor drie tot vier personen zijn en is uitbreidbaar met meer bakken, maar de wormen eten niet genoeg om al ons groenafval te verwerken. ‘Het gaat allemaal niet zo heel snel, dus heb geduld’, beschrijft de handleiding. Ik heb het idee dat nu, een half jaar later, het systeem pas goed begint te draaien. Voor een grotere tuin is de bak te klein, dan zou er een gewone compostbak naast moeten om al het snoeiafval te verwerken.
Zelf doen of laten composteren?
Het maakt veel uit wat je in de compostbak gooit. Plastic, glas en metaal vergaan niet. Een composthoop kan alles verteren wat ooit geleefd heeft, van plantenmateriaal, visgraten en plantaardige olie tot versleten katoenen en wollen kleding, veren en kartonnen dozen. In een wormenbak is niet alles handig. Sommige dingen doen er lang over om te verteren of trekken ongedierte aan waar op een balkon geen ruimte voor is. Gft-afval, eierdozen en karton gaan er wel in.
Waar ik eerst alles wat groen of eetbaar is in de gft-bak knikkerde, was ik in mijn eigen bak kieskeuriger. Ik wilde alleen biologische schillen, want de rest is met gif bespoten. Geen kant en klare theezakjes, want daar zit vaak plastic in. Geen geverfd karton, geen plastictape, geen stickertjes. Steeds vaker stond ik in supermarkt en kocht ik alleen maar dingen die goed voor de wormen en voor de tuin (en dus voor onszelf) waren. En op een gegeven moment fietste ik naar Delft voor een wekelijks biologisch groentepakket.
Ik kijk nu dus ook heel anders naar die gft-bak in de straat. Waar dat me eerst de parel van de recycle-industrie leek, weet ik het nu niet zo goed meer. Alle gft-afval wat niet in de wormenbak mag, gooi ik daar nog in: gekookte etensresten, citrusvruchten, beschimmeld brood, zieke planten. Samen met de colablikjes van mijn gemakzuchtige buurjongetje en de batterijen die per ongeluk in de groenbak zijn beland wordt daar compost (en groen gas) van gemaakt. Bij gespecialiseerde bedrijven die zich met grote installaties op industrieterreinen verschansen wordt het onder perfecte omstandigheden (temperatuur, luchtvochtigheid) verwerkt zodat het composteren slechts twee weken duurt.
Op de website van Milieu Centraal lees ik dat zo’n 5% van het afval eruit wordt gefilterd omdat het niet bij het gft maar in de verbrandingsoven thuishoort. Het NRC schrijft dat de vervuiling van gft-afval sinds 2000 is toegenomen van 1 naar 4 procent. Glasscherven worden zo klein en onzichtbaar dat ze er niet uitgehaald kunnen worden. Composteerbaar plastic heeft 12 weken nodig om te verteren en wordt dus weer uit het gft-afval gevist voor een enkele reis naar de verbrandingsoven. In het boek Een kleine eetbare tuin wordt ook een ander nadeel van grootschalige verwerking beschreven: het ingezamelde materiaal wordt bij hoge temperaturen gestoomd waardoor het bodemleven en de aanwezige voedingsstoffen verdwijnen.
De geproduceerde compost heeft wel een keurmerk, de hoeveelheid vervuiling die er nog in zit moet binnen de perken blijven. Er worden grote publiekscampagnes op poten gezet om mensen te leren wat wel en niet in de gft-bak hoort. Ik heb gemerkt dat ik het groenafval nog bewuster scheid nu het over mijn eigen tuin gaat.






3 reacties op “Composteren in een kleine tuin”
Composteren die ik al jaren maar zeker niet zo doordacht als jij het doet. Succes.
Interessant verhaal. Ik ga er ook mee bezig. Van Marjan krijg ik haar oude wormentoren.
Twee vragen:
Het lijkt een gesloten systeem. Hoe kunnen de wormen er nog uit klimmen waardoor je er een lampje op moest zetten?
In mijn kippenhok ligt houtvezel. Na een tijdje zit daar natuurlijk ook kippenpoep bij. Ik verschoon het hok regelmatig. Kan dat ook in de bak?
Hoi Hans, leuk dat je de toren van Marjan kunt krijgen! Er zit een deksel bovenop, daar kunnen ze als ze hun best doen onderdoor kruipen.
De houtvezel weet ik niet, maar ik denk dat het best wel veel materiaal is voor de wormen. De bak zit dan denk ik snel vol.