Fietsvakantie in de 90s

Ik kwam deze foto’s tegen in mijn oude plakboeken. Onze eerste fietsvakantie, ik zal een jaar of vier zijn. We slepen een katoenen tent mee – 3 zakken, meer dan 5 kilo – heel modern in die tijd. En op de fietskar liggen campingstoelen en een opgeklapte tafel. Aan mijn gezichtsuitdrukking te zien heb ik er erg veel zin in.

Al snel fietste ik zelf. We deden een indrukwekkende afstand van 20 kilometer per dag, gewoon in Nederland. Met de trein naar Limburg, over de Veluwe, en met de boot naar Friesland. Toen we het IJsselmeer overstaken, dacht ik dat we in het buitenland waren. Na tien kilometer stopten we bij een speeltuin en ‘s avonds maakten we kampvuur op de camping. Het koste niks en we vonden het fantastisch.

Zie je die gewone stadsfietsen? Later hadden we echte Giants en fietsbroekjes met zeemlappen. Van Santos en Idworx had in die tijd nog niemand gehoord en Koga was veel te duur. Als we mensen met ortliebtassen tegen kwamen, dan lachten we ze uit. ‘Daar gaan weer van die Duitsers met hun plastic tassen,’ zeiden mijn ouders dan. Echte fietstassen waren niet van plastic, maar van stevig canvas.

IMG_2824

Toen we wat ouder waren, gingen we ook naar het buitenland. In de Loire fietsten we door een glooiend landschap langs rivieren, kastelen en zonnebloemvelden. Ik werd verliefd op Frankrijk en de Franse taal en had de mooiste tijd van mijn leven. Maar de meest exotische vakantie was in Tsjechië. Met de slaaptrein gingen we die kant op, wat al een avontuur op zich was. We stapten midden in de nacht over op een Duits station waar overstappen helemaal niet mogelijk was. En daarna lag mijn broertje, die treinofiel is, de hele nacht op het bovenste bed door het raampje te turen zonder een seconde te slapen.

Mijn ouders hielden niet van bergen (logisch met stadsfietsen en een tafel achterop), en nu gingen we ons er toch aan wagen. Het was echt afzien, in mijn herinnering deden we een halve dag over een klim van acht procent. Daarna kwamen we bij een camping die overstroomd bleek. Wij balen. Tot we er achter kwamen dat een hotelkamer net zo duur was. Waarschijnlijk was het de eerste keer dat we in een hotel sliepen. Het zal een schokkende ervaring zijn geweest.

Op mijn vijftiende vond ik mezelf volwassen genoeg om alleen naar Parijs te gaan. Ik had een route gevonden en probeerde aan mijn moeder te verkopen dat er heel veel andere mensen waren en dat het dus niet gevaarlijk was. ‘Ja vast, het zal net de A10 zijn,’ zei ze. Dat ging dus niet door.

In plaats van naar Parijs mocht ik met de paastrektocht van de Wereldfietser mee. Mijn ouders leverden me eigenhandig af op Utrecht Centraal om te controleren of die wereldfietsers wel betrouwbare mensen waren. Geen slimme zet, want vanaf dat moment wilde ik heel Europa door, en misschien wel verder.

Een jaar of zeven later ging ik alsnog naar Parijs met mijn nieuwe fietsvrienden én ortliebtassen.

IMG_1279

Ontdek meer van Dichter bij de grond

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder