Echte bergen. Die scherpe, puntige. Ik had ze al zeker tien jaar niet meer gezien. Sneeuw en kou, dat herinnerde ik me nog wel van vorige winter. Maar ik was vergeten hoe de gletsjers en de steile kammen eruit zagen. En hoe de truttige Zwitserse dorpen misstaan bij al dat natuurgeweld. Of zijn ze zo gebouwd om nog een beetje gevoel van menselijkheid te bewaren?

Hier vind je de vierdaagse route: gpx
We gingen er zes dagen tussenuit. Bij de Deutsche Bahn kun je, als je er vroeg bij bent, voor 40 euro door Europa treinen. Met de hogesnelheidslijn zaten we in zes uur in Basel. Vanuit daar namen we lokale treinen de bergen in. We liepen een stuk van nationale wandelroute #1, de Via Alpina. Pittig spelletje. Zware rugtas. Koud, koud, koud.
De ‘r’ zat in de maand, dus ik had mijn winterslaapzak ingepakt. We waren net op tijd. De dag nadat we thuiskwamen, sneeuwden de passen dicht. Er was geen hond meer in de bergen. Dorpen waren alvast dichtgespijkerd voor de winter. Op de veranda van een kerkje schuilden we voor regen en de wind. We rolden onze bivakzak op de kille stenen uit en sliepen tot het donker was, de lucht opklaarde en de sterren tevoorschijn kwamen.
Ik wilde niet meer buiten slapen. De kou van vorige winter kroop uit mijn botten, waar het blijkbaar al die tijd gezeten had, en ik werd er misselijk van. Het was niet echt koud, maar een herinnering aan hoe koud het zou kunnen zijn. Een paniekreactie van mijn lichaam, die bang was om weer bij -20 te moeten bivakkeren.
Op andere momenten liepen we te zweten in de stralende zon, die de wolken opzij trok zodat er een orkest aan bergen tevoorschijn kwam. Dan was alles weer goed. November heeft z’n charme. Alle campings en berghutten zijn dicht, dus niemand controleert op illegaal wildkamperen. Je voelt je alleen op de wereld, wat een hele ervaring is als je in de Randstad woont. En de Alpen zijn herfstgekleurd. Niet dat zoetsappig frisse zomergroen met Milkakoeien. Maar echte kleuren. Roodbruin, kastanje, mosgroen. Mooi bij het wit van de sneeuw en de vijftig tinten grijs van de bergen.
We kampeerden onder de woeste wand van de Wetterhorn. Blauw gletsjerwater in de rivier, de gletsjer hoog boven ons. Op onze gasbrandertjes kookten we water voor in de thermosflessen en om het droogvoer klaar te maken. Het was rustgevend om weer eens met de rugzak op pad te zijn in plaats van met de fiets. Alles ging langzaam.
Alleen het licht was snel. Door overtrekkende wolken veranderde het uitzicht elke minuut. We liepen zes uur per dag, maar we stonden ook veel stil om de bergen op ons in te laten werken. Dat duurde een tijdje. Als je in één dag van -7 meter onder zeeniveau naar + 2000 meter boven zeeniveau treint, moeten je hersenen de boel opnieuw in perspectief zetten. Alles leek nep, een poster van een Alpenreclame.
Daarom stonden we stil, op het mossige steen, aan de voet van een puinwaaier, aan de rand van een diepe kloof, in de schaduw van een vierduizender. Tot we niet alleen in de bergen waren, maar de bergen ook in ons.
Het is bevredigend en rustgevend om bergen in je te hebben. En het kost een hoop energie. Na vier dagen wandelen waren we compleet afgedraaid. Maar dat was het allemaal waard. Echte bergen. Daar kan niks tegenop.










Praktische details
Route
Hier vind je de link naar de route: gpx
Treinreis
Geboekt in de app van de Deutsche Bahn (DB). Als je vroeg boekt, zijn de goedkopere Europa Special-tickets nog beschikbaar. Wij betaalden voor de heenweg € 100,- p.p. en voor de terugweg € 40,- p.p. Omdat we niet vanaf Grindelwald hadden teruggeboekt, kwam er nog wel wat extra’s voor lokale treinen bij. Volgende keer nemen we waarschijnlijk een InterRail-ticket, zodat we wat flexibeler zijn.
- Heen: met de ICE van Utrecht naar Basel SBB. Lokale treinen naar Engelberg, via Luzern.
- Terug: lokale treinen van Grindelwald naar Basel SBB, via Interlaken. ICE van Basel naar Mannheim en Düsseldorf. Lokale treinen naar huis via Venlo.