Toen Heike het na de roze kraamweekwolk op een krijsen zette, wist ik niet hoe snel ik op zoek moest naar een baan. Ze heeft veel last van kramp. Dat gaat weer over, zeggen ze, maar het was toch schrikken. Dat baby’s huilen, wist ik wel. Dat ze urenlang ontroostbaar kunnen zijn, wist ik niet. Zelfs met alle aandacht en liefde van de wereld huilt ze de kleine longen uit haar lijf.
Erik ging na drie weken verlof weer naar kantoor en ik was jaloers. Ik zat met Heike op de bank – speen erin, wiegen, liedjes zingen, tuttuttut – en dacht: ik vind dit verschrikkelijk. ‘Lekker genieten hè,’ zeiden de mensen op straat. Ik snapte er niks van. Had iemand hier ooit van genoten?
Ik had het me heel anders voorgesteld. Ik had me voorgesteld dat ik met mijn baby in een zweem van spirituele moederliefde zou liggen knuffelen. Ik had me ook voorgesteld dat we urenlang zouden wandelen, zij wiegend in de wagen of dicht tegen me aan in de draagzak. Maar zodra we gingen liggen, raakte ze in paniek. En ik kon helemaal geen uren wandelen omdat ik nog beurs en slap was van de bevalling.
Daarbij werd ik gek van de onzekerheid waarvan ik me had voorgenomen dat ik daar niet aan mee zou doen. Had ik wel genoeg melk, dronk ze wel goed, deden we niet iets verkeerd en ik wist toch dat ik totaal ongeschikt zou zijn als moeder? Daarom wilde ik toch zo lang geen kinderen? Was ik er nu toch ingetrapt?
Het enige wat ik wilde, was weg uit het babyparadijs. Op een gegeven moment werd ik ook boos. Ik had al negen maanden zwanger moeten zijn. Ik was mijn lichaam en mijn focus kwijt. Bevallen was stom. En nu kwam wéér alles op mij aan. Erik is een fantastische vader, maar hij mocht hele dagen naar Rotterdam verdwijnen, hij kon blijven slapen als Heike ‘s nachts honger had, hij kon zijn mountainbike pakken en het bos in gaan, want hij had geen last van hechtingen op vervelende plaatsen en geïmplodeerde buikspieren. Hij kon eten en drinken wat hij wilde, hoefde niet aan vitaminepillen en zoogcompressen te denken. Hij hoefde zich niet druk te maken om een borstontsteking.
Toen ik ging googlen op ‘ik vind de babyfase verschrikkelijk’ kwam ik veel vergelijkbare verhalen tegen. Toch voelde ik dat het niet aan Heike en ook niet zozeer aan de hormonen lag. Voor mij was het geen begin van een postnatale depressie, zoals men dat noemt, maar een signaal dat er iets dieper onder de oppervlakte speelde. Iets dat er altijd al was en door het moederschap weer werd aangeslingerd. Natuurlijk gebeurde dat nu ik op de bank zat, niet helemaal fit was, nergens heen kon, niet helder kon nadenken, alleen maar voor een baby moest zorgen terwijl ik zoveel andere ambities had. Het wakkerde een oude angst aan dat mijn leven nergens heen gaat, dat alles wat ik doe zinloos is, omdat ik niemand ben en niemand word.
Wat niet helpt, is dat ik even geen baan heb. Ik wist dat het ging gebeuren. Banen zijn ideale voorzieningen om je het gevoel te geven dat je er toe doet in de wereld. Dus was de snelle conclusie: ik moet zo snel mogelijk weer een baan. Maar dat was niet waar het werkelijk om ging.
Ik zit in een overgangsfase. In een overgangsfase lijkt het alsof de wereld stil staat, alsof je vast zit en er geen enkel perspectief is. Het is beangstigend en demotiverend. Niets lijkt te lukken. Niets lijkt ooit nog te gaan lukken. Het gebeurt wanneer je in het diepe springt en voor korte tijd de vaste grond onder je voeten kwijtraakt. Ik was bang en onzeker, dat was alles.
Zo herkende ik weer zo’n gouden kans waarbij ik werd gedwongen om mijn eigen pijn onder ogen te zien. Als je daar doorheen durft te gaan, komt er altijd iets moois uit. Dat wist ik nog. Nu ik dat eenmaal doorhad, en daarover kon praten met Erik, verschoof er direct een en ander.
Ik werd rustiger. Heike werd rustiger. Misschien heeft ze minder last van kramp omdat ik mijn voeding heb aangepast, misschien groeit ze er overheen of hebben we haar beter leren troosten. Maar misschien is ze ook meer ontspannen omdat ik dat ben. Ik voel me dichter bij haar. Waar ik er eerst niet wilde zijn (maar wel mijn best deed, want ik ben een lieve, geduldige moeder), wil ik haar nu juist graag vasthouden. Het was een enorme geruststelling om dat na de kraamweek weer te voelen.
Samen zoeken we een nieuwe balans. Hoe dat eruit moet zien, bedenk ik terwijl ik achter de kinderwagen loop, als Heike slaapt. Ik zoek nog steeds werk, maar nu vanuit de zin om iets nieuws op te pakken in plaats van de angst om iets kwijt te raken. Waar ik zin in heb, is mijn onderneming verder uitbouwen, voor Heike zorgen en op een kantoor samen met collega’s excelsheets invullen en memo’s schrijven.
We zijn zulke leuke, invoelende ouders. Ik ben er trots op dat ik dat van mezelf kan zeggen. Ik ben er trots op dat ik deze nieuwe fase durf te omarmen met alle chaos die erbij hoort.





9 reacties op “Weg uit het babyparadijs”
Ik werd rustiger. Heike werd rustiger.
de goede woorden op de juiste plek.
Ontroerend Miek, bijzonder hoe je daar zo zelfbewust van bent. Liefs!
We zij gewoon trots op jou en jullie allen samen. Heerlijk dat we dit weekend van Heike mochten genieten!
Wat naar om te lezen dat je zo beurs en moe bent. En weinig slaap en nu alleen thuis met je kkeintje.
Ik wilde mijn baby’ ook wel eens achter het behang plakken met rondgierende hormonen.
Ik leef als moeder met je mee, en neem zoveel mogelijk rust om te herstellen en geloof in je moeder/vaderinstict.
Carla.
Wauw mooi verhaal zeg! Ik las ook ooit ergens ‘depressie is de angst dat niks verandert’, daar moest ik ook een beetje aan denken bij het lezen van je blog (maar zeg je basically zelf ook al). Lijkt me een mooie, maar pittige reis met zo’n kleintje!
Dank je! Zonder postnatale depressies te willen downgraden denk ik wel dat een deel ervan eerder angst voor het stilstaan zijn dan echte depressies.
Dit is allemaal zo herkenbaar. Schijnt ook dat je brein een zeef blijft zolang je borstvoeding geeft. Na 10 maanden voelde ik mij eindelijk op krachten. Toen was ik ook gestopt met borstvoeding. Na 3 maanden snapte ik de gebruiksaanwijzing van een kind. En toen ik met 4 maanden weer ging werken had ik onwijs de behoefte om mij verder te ontwikellen. Wat nu 2 jaar later eindelijk gaat gebeuren. Als ik terug kijk denk ik alles komt als het komt. En het is goed zo. Vind een baan die bij je past kan ik alleen maar zeggen, en maak je niet druk, je bent goed zoals je bent.
Het komt allemaal goed.
Fijn om te horen dat het zo herkenbaar is!
Prachtig, al die kwetsbare openheid! 😊